‘Het ergste is dat ik helemaal niets van haar snap. Alsof dit onmogelijk mijn kind kan zijn.’

 

‘Goed hoor,’ antwoordde ik toen ze vroeg hoe het nou toch met mijn dochter ging. Ik zag aan haar ogen dat er iets niet klopte. Ze had iets anders verwacht, want ze had haar wenkbrauwen een beetje gefronst toen ze de vraag stelde. Alsof ze met me te doen had. Ik keek haar aan. ‘Hoezo informeerde je naar mijn dochter?’ Ze was zichtbaar ongemakkelijk met de situatie. Stamelde een ‘sorry’ en wilde doorlopen. Ik hield haar tegen. Iets in me zei dat ik door moest vragen.

 

Het was een bizar verhaal. Niet voor te stellen dat dit over mijn dochter ging. Ze zou het verhaal de wereld in geholpen hebben dat ze kanker had – lymfeklierkanker. Ze zou behandeld worden met chemotherapie. Maar mijn dochter zat gewoon op haar kamer thuis, achter haar laptop te doen wat ze altijd deed. Ik had niets aan haar gemerkt wat ik hiermee in verband kon brengen. Ze was altijd al de moeilijke van de drie geweest, degene met de meest gecompliceerde handleiding omdat ze zo makkelijk uit de bocht vloog. Maar dit?

 

Ze schreeuwde tegen me dat ik me er niet mee moest bemoeien, toen ik bij haar ging zitten en het aankaartte. ‘Flikker op mijn kamer uit!’ schreeuwde ze. Toen ik weer beneden was voelde het alsof ik geen grond meer onder mijn voeten had. Mijn dochter die kanker fakete om – ja om wat? – aandacht te krijgen? Ik zou de huisarts bellen en het er eerst met hem over hebben. ’s Avonds probeerde mijn man het nog eens bij haar, maar ook hij werd haar kamer uit gescholden.

 

Toen ze de volgende ochtend beneden kwam stortte mijn wereld totaal in: ze had haar hoofd helemaal kaalgeschoren. Onherkenbaar, gruwelijk, stuitend en onvoorstelbaar dat ze dit gedaan had. Ik vroeg haar huilend wat haar bezielde, wat er aan de hand was en hoe we haar konden helpen. Ze zei geen woord, stond op en liep naar buiten. Voordat ze de deur dichtdeed stak ze nog wel haar middelvinger op.

 

Huilend belde ik de huisarts. Die maakte nog diezelfde dag tijd vrij. Nog steeds huilend deed ik er mijn verhaal. Geruststellen kon hij me niet, zei hij. Mijn dochter had dringend hulp nodig. Professionele hulp. Omdat ze nog minderjarig is kan ik haar daarin voorgaan. Maar als ze hulp weigert door geen enkele medewerking te geven, dan kan ik straks weinig doen. Inmiddels staat er een afspraak gepland voor over zes weken. Mijn dochter heeft al aangekondigd dat we de kolere kunnen krijgen. Intussen kan ik niet meer eten en slapen. De vraag spookt constant door mijn hoofd wat wij hebben misdaan en fout gedaan dat ze zo ontspoord is. Het ergste is dat ik helemaal niets van haar snap. Alsof dit onmogelijk mijn kind kan zijn.’

 

 

Mireilles naam is vanwege privacy gefingeerd.
Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.