Mijn pubermeisje

 

12 september is de laatste dag dat ik Flo in bad heb gedaan.

 

 

 

 

Ze ruikt een beetje. Niet heel erg, normaal zelfs. Bij pubermeisjes worden de zweetklieren voor het eerst doorgeblazen wat nog weleens voor een wat steviger geur zorgt. Om honderd redenen wil ik dat mijn meisje naar bloemen ruikt, en niet naar zweet. Omdat ik wil dat je van een marathonafstand voelt dat ze wordt liefgehad. Dat de zorg ervan afspat. Maar soms is dat lastig. Want Flo is een vlekkenverzamelaar en je kan haar haren nog net zo lang hebben geborsteld, een uur later ziet ze eruit als Floddertje, het bevlekte geesteskind van Annie M.G. Schmidt. 

 

Bel en ik pakken Zwitsaldoekjes die we tijdens Flo’s verhuizing in haar kast hebben gelegd. Even schrobben onder de okseltjes, een vers vleugje deo en klaar zullen we zijn. Flo is ons bijzonder ter wille en trekt vast haar jurk uit. Nog beter, dus ik wandel naar de gezamenlijke badkamer om een washandje nat te maken. Dan doen we het meteen grondig ook. Als ik terugkom in haar slaapkamer, washand in linker- en fles Zwitsal in de rechterhand, realiseer ik me ineens dat ik haar lijfje al zo lang niet zonder kleren heb gezien. Zestien jaar lang heb ik haar, op wat werktripjes na, elke dag in bad gedaan. Dat zullen zo’n vijfduizend vijfhonderd keren zijn geweest. Flo in bad doen was mijn favoriete moment van de dag. Dan was het leed, als dat er was, meestal geleden, er was rust in de tent, het eten was opgeruimd, de vaatwasser snorde en een geurkaarsje brandde. ‘Ga jij maar even sporten, mama!’ riep Flo, een pluk sop op haar hoofd, me toe vanuit haar warme bad. De deur deed ik op slot om een spagaatje (ieder z’n eigenaardigheden) tegen de deur te maken en tegelijkertijd hielden we de buitenwereld lekker van ons af.

 

12 september is de laatste dag dat ik Flo in bad heb gedaan. Ik zal ongetwijfeld haar nageltjes extra kort hebben geknipt en haar haartjes extra lang hebben gewassen. Wetende dat ik haar moest overdragen aan de zorg van anderen. Dat er goed voor haar gezorgd wordt, is overduidelijk. Maar nu doen anderen het en ik niet, en dat vind ik gek. 

 

In een evaluatie een paar weken later bespreken we manieren om Flo rustig te krijgen. Als ik zeg dat een warm bad Flo altijd goeddoet, zie ik de lieve begeleiders links van me wat ongemakkelijk heen en weer schuiven op hun stoel. Ze vinden het lastig om te zeggen want ze willen alles doen voor “hun” kinderen, maar iemand in bad doen kost gewoon tijd. Heel veel tijd. Vanwege het epilepsie-protocol mogen ze Flo niet alleen laten in bad en ze hebben nog acht andere kinderen die gewassen moeten worden. 

 

Ineens lijken we allemaal hetzelfde idee te hebben. Ik ben er toch twee keer in de week. Als ik haar dan lekker in bad doe, worden de begeleiders niet extra belast (hun bord ligt al behoorlijk vol) en heb ik, hoera, ons heerlijke momentje weer terug.

 

En zo voegen we elke woensdag en elk weekend een nieuw ritueel aan ons Flo-bezoek toe. We wandelen, we lunchen en we badderen. Bel wast haar haartjes en legt haar pyjamaatje klaar, Iggy gidst overklotsend water met een trekkertje richting het afvoerputje en ik glans van geluk.

 

Alleen dat spagaatje tegen die deur, dat gaat me nog net even te ver. 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach