‘Mijn moeder leerde als kind om onzichtbaar te zijn’
‘Ik kreeg ook altijd te horen dat ik me stil moest houden en zoet moest zijn.’
‘Mijn moeder kreeg vroeger van haar ouders altijd te horen dat ze flink moest zijn, niet mocht huilen, niet zo moest overdrijven en niet zo luidruchtig moest zijn. In feite heeft ze als kind geleerd om onzichtbaar te zijn zodat niemand haar kon zien en niemand aanstoot aan haar kon nemen. Hoe kan het ook anders dan dat ze een dominante man trouwde: mijn vader. Zoals hij haar behandelde voelde vertrouwd voor mijn moeder omdat dit was wat ze kende – ik bedoel hier heus niet dat hij haar wat aandeed maar wel dat hij allesbepalend was.
Vanaf het moment dat ik me kan herinneren kreeg ik ook altijd te horen dat ik zoet moest zijn en me stil moest houden en als ik moest huilen drukte mijn moeder me dicht tegen zich aan zodat niemand me kon horen. Waar mijn moeder haar aangeleerde gedrag braaf had voortgezet toen ze volwassen werd, ging ik volledig op tilt toen mijn hormonen met me op de loop gingen. Ik schreeuwde, krijste, vloekte, omarmde de punkbeweging, ging het huis uit zodra ik achttien werd en sloot me aan bij de kraakbeweging.
Ik ontspoorde, kortom. Raakte aan de drank en de drugs, had na mijn middelbare school helemaal niets meer gepresteerd en verdeed mijn tijd met obstinaat zijn en vluchtgedrag. Op mijn eenentwintigste legde ik door een overdosis bijna het loodje. Twee dagen verkeerde ik in een coma. Toen ik terugkeerde op aarde zat mijn moeder aan mijn bed te huilen. Ze huilde tranen met tuiten en maakte daarbij zoveel geluid dat ik me even afvroeg of zij het wel echt was. Ik wilde haar troosten, maar ze snikte dat het aan haar was om mij te troosten.
‘Ik heb het fout gedaan,’ bleef ze steeds herhalen, ‘ik had beter moeten weten.’ Ze zei er later over dat ze zich tijdens mijn coma, toen het bijna te laat was, gerealiseerd had dat zij net zo verstikkend voor mij geweest was als haar ouders voor haar waren. En mijn vader had haar ook al niet geholpen om eens voor zichzelf te gaan staan en haar emoties te tonen. Ze had zichzelf voorgehouden dat het nooit te laat was om opnieuw te beginnen. Toen ik een beetje opkrabbelde vroeg ze me om naar een afkickkliniek te gaan. Als ik eenmaal clean was konden we allebei met iemand gaan praten, hulp gaan zoeken. Ze had haar probleem aan mij overgedragen en had er alles voor over om mij eindelijk wat meer zelfvertrouwen te gunnen en mij in staat te stellen om wél met emoties te dealen.
Eerst volgden we allebei onze eigen therapie. Toen we eindelijk zover waren dat we samen een aantal sessies konden volgen, waren we al meer dan twee jaar onderweg. Wat we sowieso gewonnen hebben is dat we voor het eerst een relatie hebben die ergens over gaat. Bij mijn moeder zullen de littekens van haar opvoeding altijd blijven opspelen. Bij mij wat minder. We zullen wel steeds beter in staat zijn om te herkennen wat er fout gaat – en wanneer het fout gaat – en dat alleen al maakt dat we stukken beter in ons vel zitten.
Ik ben er dolblij mee dat mijn moeder de moed had om ervoor te gaan en erin te geloven dat het nooit te laat is.’
Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.
Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.