‘Mijn collega liegt over haar ziekte’

 

Als Diny na twee jaar eindelijk weer Koningsdag kan vieren op een festival ziet ze daar tot haar stomme verbazing een collega feesten die al maanden niet kan werken vanwege long covid.

 

 

 

‘Ik word wakker met behoorlijke hoofdpijn en een piep in mijn oren. Koningsdag was bijzonder gezellig. Eindelijk weer een groot feest waar ik met mijn vaste vriendinnengroep kon dansen op een festival. Zoals ieder jaar doet iedereen haar best op de oranje outfit en gaan we al heel vroeg met de trein naar Amsterdam. Ik had er ook enorm naar uitgekeken en al maanden geleden tegen mijn collega’s gezegd dat ik Koningsdag niet zou werken. Want als het door zou gaan, dan wilde ik mijn feestje niet missen.

 

Mijn teamleider snapte het wel want ze wist hoe hard ik de afgelopen maanden had gewerkt. Hoe moe ik soms ook was, ik wilde mijn cliënten niet in de steek laten en bleef zo goed en zo kwaad als het ging mijn werk in de thuiszorg doen. Steeds meer collega’s werden ziek door corona en sommige zijn nog steeds niet hersteld waardoor de druk op ons team alleen maar groter is geworden. Zo goed en zo kwaad als het kan doen we ons werk en we hopen dat de collegaatjes die uit zijn gevallen weer snel op de been zijn. Maar een aantal heeft long covid en zij kunnen voorlopig nog niet aan de slag omdat ze last hebben van chronische vermoeidheid en soms zelfs depressief zijn. Mijn teamleider houdt de vinger aan de pols maar ook zij kan er niet voor zorgen dat deze langdurig zieke collega’s weer snel aan het werk gaan. Ze moeten langzaam re-integreren of kunnen nog niet eens aan werken denken.

 

Laatst hebben we een high tea georganiseerd voor de collegaatjes die zo ziek waren. Eerlijk gezegd schrok ik wel van hun verhalen. Ze houden het vaak maar een uurtje vol om hun aandacht ergens bij te houden en moeten vaak in de middag even gaan slapen omdat ze anders de puf niet hebben om de rest van de dag door te komen. Een van hen, Bianca, vertelde dat ze last heeft van hartkloppingen en soms midden in een zin niet meer uit haar woorden kan komen. Zij zit al thuis sinds januari en ze zei dat ze voorlopig echt nog niet in staat is om terug te keren naar het werk. Halverwege de bijeenkomst zei ze opeens dat ze weg wilde. Het duizelde haar, te veel prikkels en ze moest nog met de bus naar huis. Toen ik Bianca naar de lift zag lopen had ik echt medelijden met haar.

 

Maar van dat medelijden is niets meer over want ik zag haar gisteren in Amsterdam, dansend op keiharde muziek op hetzelfde festival als waar ik met mijn vriendinnengroep was. In eerste instantie dacht ik dat het iemand was die wel heel erg op haar leek, maar toen ik een beetje dichterbij kwam wist ik het zeker. Die vrouw was Bianca, dat kon niet anders. Dezelfde blonde krullen en dezelfde lach die ik tijdens onze high tea niet gezien heb. Maar hier stond ze heel hard mee te zingen terwijl de dj de ene na de andere plaat draaide. Ik werd behoorlijk pissig, maar mijn vriendinnen zeiden dat ik niet naar haar toe moest gaan. Tenslotte ben ik niet haar leidinggevende en gaat het mij niet aan wat Bianca in haar vrije tijd doet. De rest van de dag vlamde de woede soms toch wel op. Al maanden loop ik op mijn tandvlees omdat er zoveel collega’s zijn uitgevallen, maar nu blijkt dat een van die collega’s gewoon over haar zogenaamde long covid liegt.

 

Terwijl ik twee aspirines in een glaasje water oplos scroll ik door mijn rooster voor de komende weken. Ik heb geen lang weekend vrij met Hemelvaart en ook kan ik niet naar de verjaardag van mijn moeder. Er zijn te weinig collega’s en we moeten het met elkaar opvangen, zei mijn teamleider toen ze mijn teleurgestelde gezicht zag. Mijn handen jeuken nu om haar te bellen om te vertellen dat ik Bianca op Koningsdag in Amsterdam zag dansen alsof er niks aan de hand was. Natuurlijk zijn het mijn zaken niet wat mijn collega wel of niet uitspookt, maar dat ik daar last van heb vind ik heel erg vervelend.’