Met lege handen

 

Kortgeleden is de moeder van Annabelle overleden. Maar in plaats van mooie herinneringen overheerst na het bezoek aan de notaris een heel ander gevoel.

 

 

‘Ik kijk naar de foto van mijn moeder die sinds kort op mijn nachtkastje staat. Ik zie een jonge moeder met een peuter en een baby in haar armen. Ze kijkt stralend en verwachtingsvol de lens in. Mijn vader heeft de foto gemaakt. De baby dat ben ik, de peuter is mijn broer Bas.

 

Toen ik vijftien was, overleed mijn vader plotseling aan een hartstilstand. Een verschrikkelijke gebeurtenis die ons leven volledig op z’n kop zette. Mama bleef achter met twee pubers en de zaak die ze samen met mijn vader had grootgemaakt. Ze had geen tijd voor verdriet, want ze moest er zijn voor haar werknemers en klanten. Daardoor voelde ik me verloren en ik zocht de gezelligheid van thuis bij mijn beste vriendin omdat in ons eigen huis nooit iemand thuis was. Daar was geen moeder die op me wachtte of tijd maakte om te luisteren naar mijn verhalen. Ik dacht daar verder niet te veel over na. Deze pijnlijke situatie was nu eenmaal zoals het was. Helaas zorgde het wel voor een verwijdering tussen mijn moeder en mij en kon ik soms jaloers kijken naar andere moeders en dochters die wel heel close met elkaar waren.

 

Toen ik achttien was ging ik het huis uit om te gaan studeren. Ik had nooit de ambitie om in de zaak te komen en koos voor een heel andere richting. Bas voelde zich min of meer verplicht om het bedrijf uiteindelijk over te nemen en na zijn opleiding nam mama hem daarom onder haar hoede. Toen zij uiteindelijk met pensioen ging werd hij algemeen directeur. Ik vond het allemaal best. Ik vertrouwde mijn broer volledig en mama kon de zaak met een gerust hart aan hem overlaten.

 

Natuurlijk had ik heus wel door dat mama en Bas een hechte band hadden, ze zagen elkaar dagelijks en mama besprak eigenlijk alles met hem. Het zat me wel dwars dat mama en ik niet meer naar elkaar toegroeiden toen ik wat ouder werd. Na een lang ziekbed is ze uiteindelijk overleden. Bas en ik regelden een mooie uitvaart, we spraken mooie woorden en namen in kleine kring afscheid van elkaar. Het huis waar ze woonde werd verkocht. Maar toen we uiteindelijk bij de notaris zaten om haar nalatenschap te regelen lag er een heel nare verrassing voor me klaar.

 

Het bleek dat mama tijdens haar leven een groot deel van haar vermogen aan Bas had geschonken, waar ik niets vanaf wist. Na haar dood had ze dus veel minder geld om te verdelen dan ik dacht. Toen ik het zo zwart op wit zag staan voelde ik me echt bekocht.

 

Natuurlijk kon onze moeder met haar geld doen wat ze wilde, maar waarom had ze zo stiekem zoveel geld naar mijn broer doorgesluisd en was ik daar niet van op de hoogte? Dat voelt voor mij zo oneerlijk. Het is alsof ze na haar dood duidelijk wil maken dat Bas veel meer voor haar betekende dan ik. Is het omdat hij de zaak heeft doorgezet? Is het omdat ik mijn eigen plan trok? Het zijn vragen waar ik het antwoord nooit op zal weten.

 

Het zet de relatie met mijn broer ook op scherp. Bas heeft blijkbaar nooit de moeite genomen om mij te vertellen hoe de vork in de steel zat, of onze moeder aangezet om haar geld eerlijker onder haar twee kinderen te verdelen. We kregen er enorme ruzie om en sindsdien hebben we elkaar niet meer gesproken. Dat geld kan me gestolen worden, want ik sta toch al met lege handen. Mama is er niet meer en ik kan de leegte tussen ons nooit meer herstellen. Maar helaas ben ik mijn broer door de keuze van onze moeder nu ook kwijt.’