Marieke’s minnaar kreeg een beroerte terwijl ze het bed deelden
Er zat niets anders op dan de ambulance te bellen. En terwijl Marieke in paniek achter de loeiende sirenes aanreed, belde de broeder zijn vrouw.
Marieke maakte het worst-case-scenario mee toen haar getrouwde minnaar eindelijk weer tijd voor haar had. Ze verheugde zich al weken op 24 uur samen met hem. Het werd een fantastische dag. De avond en nacht waren een roze wolk. Ze praatten, dronken wijn en beleefden heerlijke uren in bed. Tijdens de gesprekken was Mariekes minnaar ervan overtuigd: hij zou zijn vrouw verlaten. Want hij wilde niets liever dan de tweede helft van hun leven samen delen. Tot de dood hen zou scheiden. Volgens hem was het een kwestie van tijd. Hij vroeg Marieke of ze hem die tijd wilde geven, zodat hij de zaken op de rit kon zetten, ook met het oog op zijn onderneming, waar zijn vrouw een belangrijke rol in speelde. Het zou niet gemakkelijk worden, maar hij beloofde Marieke, met de hand op zijn hart, dat het allemaal goed zou komen.
Afschuwelijke confrontatie
Gelukzalig en vol vertrouwen vielen ze in elkaars armen in slaap. En terwijl Mariekes minnaar nog in dromenland was, glipte zij tegen het ochtendgloren stilletjes uit bed om een heerlijk ontbijt klaar te maken. Met een dienblad vol lekkernijen kwam ze terug in de slaapkamer, waar haar de schrik om het hart sloeg. De man waarmee ze een paar uur daarvoor nog gouden momenten beleefde, gaf geen sjoege. Zijn mond was scheef getrokken en hij leek comateus. Volledig in paniek probeerde ze hem bij bewustzijn te krijgen. Tevergeefs. En ze wist: er zat niets anders op dan alarm te slaan, zich realiserend dat dit weleens de meest vreselijke en confronterende dag uit haar leven zou kunnen worden.
Ernstige situatie
De ambulance arriveerde snel. Twee broeders ontfermden zich over Mariekes lover en constateerden een hoogstwaarschijnlijke beroerte of hersenbloeding. Dat de situatie ernstig was, stond in ieder geval buiten kijf.
Zonder pardon
Schuldbewust biechtte Marieke op dat zij niet de vrouw van was, maar de minnares. De echtgenote zou waarschijnlijk al achter haar bureau zitten, op de zaak van haar man. Alle privacywetgevingen ten spijt: zij werd zonder pardon gebeld door een van de broeders.
IJzige blik
Marieke reed achter de ambulance aan. De echtgenote reed de ambulance tegemoet. De gang naar het ziekenhuis leek voor Marieke een eeuwigheid, maar verliep anderzijds ook veel te snel. Aangekomen op de intensive care was er geen ontkomen aan. Als blikken konden doden, was Marieke er niet meer geweest. Met een blik, vol walging, adviseerde de echtgenote Marieke ijzig het ziekenhuis te verlaten. Om nooit, maar dan ook nooit meer in haar gezichtsveld te komen. En in dat van haar man.
Dood
Er zat niets anders op. Thuis leken de minuten uren te duren. Totdat het verlossende telefoontje duidelijkheid gaf. Een verpleegkundige had Marieke beloofd haar te bellen. Tegen alle regels in, maar ze deed het toch. Met het bericht dat Marieke niet wilde horen: haar minnaar had het leven gelaten. ‘Tot de dood hen zou scheiden’ werd op een heel wrange manier werkelijkheid.