Living in fatbike country

 

Je zal maar een early adopter zijn, en in je gretigheid naar het nieuwste van het nieuwste zo’n drie jaar geleden enthousiast een fatbike hebben gekocht.

 

Dan is er, om je imago te redden, natuurlijk altijd de mogelijkheid om dat haatopwekkende ding voor een leuk prijsje te verkopen op Marktplaats. Aan een zestienjarige met lang haar, gouden creolen, een Lululemonlegging, bomberjack en veel te veel geld waarschijnlijk. Want dat is zo’n beetje het profiel van de gemiddelde bestuurder van dit spuuglelijke gevaarte dat de toorn van vooral veertigplussers op haar frame heeft weten te halen.

 

Ik kan het weten want ik woon in het hart van fatbike-country, namelijk Amsterdam-Zuid. Waren het hier eerst nog de Biro’s, die Playmobil-autootjes van wapperplastic, geliefd accessoire van de nouveau riche, die als ultiem symbool van luiigheid en ordinaire smaak werden gezien, nu zijn het de elektrische fietsen met de dikke banden voorzien van grof profiel. Dat laatste om door de modder en het zand mee te kunnen fietsen, zegt de fabrikant. Klinkt leuk, zo’n sportieve twist in het verkooppraatje maar de meeste eigenaartjes komen er hun geasfalteerde postcode niet mee uit natuurlijk.

 

Officieel kunnen de fatbikes vijfentwintig kilometer per uur, maar met een kleine moeite zijn ze op te voeren tot bijna dubbele snelheid. Een fatbike is daarmee niet anders dan een scooter, je hebt er alleen geen rijbewijs of suffe helm voor nodig en mag er ook gewoon mee op het fietspad. Dat je ze niet aan hoort komen en ze veelal bereden worden door vaak twee of drie pubers met een nog onvolgroeid brein, maakt ze extra angstaanjagend, vooral voor ouderen.

 

In het Parool stond laatst dat 41 procent van de stedelingen zich onveilig voelt op het fietspad door de aanwezigheid van de elektrische fiets. Maar mijn eigen moedertje kon ook op de stoep laatst nog maar net haar vege lijf redden omdat twee minderjarige jochies haar daar met zo’n apparaat bijna aanreden. Niet in 020, maar in haar doodgewone, allesbehalve chique dorp, ergens in het groene hart.

 

Noem me een snob, maar zelf zie ik de toenemende populariteit van fatbikes als teken van oprukkende wansmaak. En als bewijs dat kinderen schromelijk verwend worden, want het is niet aannemelijk dat deze fietsen, die al gauw 2500 euro kosten, met vakkenvullen bekostigd zijn. Maar het echte probleem is natuurlijk dat wij gewone fietsers ons nog ouder en boomeriger en dus geagiteerder gaan gedragen. Waardoor de fatbikers alleen maar uitdagender en provocatiever over de paden zullen gaan slingeren. Als dikke middelvinger tegen de verzuring.

 

Rest ons één hoop, en dat is de wetmatigheid van de mode. Alles raakt uit, op een dag. Dat wat raar en lelijk is, heeft slechts tijd nodig voor iedereen inziet dat het gebruik niets voor je doet. Misschien staat de fatbike hetzelfde lot te wachten als de snowwashed jeans of het permanentje. Maar heel veel kans geef ik deze theorie niet, helaas.

 

Door: Esther Goedegebuure