Koffie

met etwas dazu

 

Marja is er gek op: imposante fabrieksgebouwen, schoorsteenpijpen en grote roestige metalen constructies.

 

Een goede tip voor iedereen die me blij wil maken op mijn verjaardag (en wie wil dat niet): ik hoef geen mooi ingepakt cadeau met een strik eromheen, je kunt me het beste trakteren op een uitje. Dat kan van alles zijn: een strandwandeling, een picknick, varen, een museum, een leuke film, of lekker uit eten… Ik ben overal voor in. Ik verjaar pas in september, maar dan weet je dat alvast.

 

Van goede vriend Rob krijg ik altijd een zelfgemaakte cadeaubon (één jaar geldig) die garant staat voor een auto vol fossiele brandstof waarmee hij me rondrijdt naar waar ik maar wil. Maximale actieradius (heen en terug): één volle tank. Rob zorgt onderweg voor proviand en voor aangenaam gezelschap. Deze keer ga ik voor het Ruhr Museum in Essen (niet Museum de Kantfabriek in Horst, tot zijn opluchting) in het oude industriële hart van het Ruhrgebied. Ook Hains gaat mee, hij mag achterin zitten.

 

Eerst nog een pitstop aan de Innenhafen in Duisburg (Rob trakteert op koffie met etwas dazu) en dan een klein halfuur verder (hoeveel liter benzine zou dat zijn?) eindelijk het terrein van der Zeche Zollverein (in de negentiende eeuw nog de modernste kolenmijn ter wereld), waar het museum is gevestigd. Ik ben meteen onder de indruk als we uitstappen. Hier mag je me echt voor wakker maken. Overal imposante fabrieksgebouwen, schoorsteenpijpen en grote roestige metalen constructies waar ik het nut niet van inzie (ik ben dan ook meer van de textiel), maar die destijds heel belangrijk moeten zijn geweest – dat snap ik dan weer wél. Het ziet er fascinerend uit allemaal. Niet voor niets dat dit UNESCO-werelderfgoed is.

 

Het museum is gevestigd in de vroegere kolenwasserij. Een enorm gebouw bij schacht XII, waar de steenkool werd gescheiden van het gedolven afval. Een oranje verlichte roltrap brengt ons buitenlangs langzaam omhoog naar de ingang op de bovenste verdieping. Daarna (via alweer oranje verlichte trappenhuizen) van etage na etage naar beneden naar de begane grond. Onderweg kennismaken met de geschiedenis van het Ruhrgebied, en vooral met die van de mijnwerkers. Via foto’s, filmpjes, lantaarns, helmen, houwelen, mijnwerkerskleren en kolenkarren. Ik probeer me voor te stellen hoe het is geweest om hier te werken.

 

Raar idee dat over honderd jaar de Maasvlakte misschien ook wel op de werelderfgoedlijst staat, denk ik als ik op de terugweg tevreden achter in de auto in slaap val (Hains mag voorin zitten). En dat mijn achterkleinkinderen daar rondlopen net zoals ik vandaag in Essen. Over echte oude Shelldepots met opslagtanks uit de tijd van de fossiele brandstof. En met van die stoere stalen pijpleidingen, zoals ik ze nog heb meegemaakt, zzzzzz…

 

 

Marja van Hout houdt van het onverwachte en gaat het liefst zo onvoorbereid mogelijk op pad. Alleen of samen, vaak met vriend Hains, beleeft ze avonturen. Kleinschalig, maar toch.