Waarom Pasen altijd mijn favoriete feestdag is geweest
Eerste Paasdag is sinds ik me kan heugen mijn meest favoriete feestdag. Dat komt niet alleen doordat Pasen altijd in de lente valt – mijn jaargetijde! – terwijl Kerst midden in de winter zit (zeker níet mijn ding).
Ook niet uitsluitend omdat Pasen het einde van de vastentijd betekent. Vroeger, toen ik klein was, betekende dat namelijk dat het snoeptrommeltje na veertig dagen eindelijk weer open mocht.
Jurkje, lakschoentjes en geverfde eieren
Dan was er nog het eiertikken bij het ontbijt, de chocolade paashaas daarna, en natuurlijk mijn paasbeste nieuwe jurkje met bijpassende lakschoentjes. Of het nu regende of niet, met Pasen mocht ik die áltijd aan.
Al deze dingen hebben ongetwijfeld bijgedragen aan mijn liefde voor Pasen. Maar er is nóg een reden, en die heeft alles te maken met de Goede Week die eraan voorafgaat.
De zware week vóór het licht
In de Goede Week werd het lijdensverhaal van Jezus herdacht, met alle gruwelijke details. Als kind kon ik daar al moeilijk mee omgaan. En nog steeds vermijd ik, als ik een katholieke kerk binnenstap, schilderingen van de kruisiging.
Wanneer op Goede Vrijdag de kerkklokken luidden om het sterven van Jezus aan te kondigen, voelde ik een vreemde opluchting. Zijn lijden was ten einde gekomen.
De opluchting van Pasen
Maar de échte opluchting kwam op Eerste Paasdag. De dag waarop de steen voor Jezus’ graf weggerold bleek te zijn. Zijn moeder Maria ontdekte dat het graf leeg was: Hij was opgestaan uit de dood.
Pas later begreep ik dat deze wederopstanding symbool staat voor een nieuw begin en eeuwig leven. Als kind begreep ik alleen: zijn lijden was niet voor niets geweest. En dat maakte Pasen voor mij een écht feest.
Pasen is het feest van licht en leven
Pasen staat voor mij gelijk aan het nieuwe licht, het nieuwe leven. En ja, die uitpuilende snoeppot, het nieuwe jurkje, de lakschoentjes en de vrolijk gekleurde eieren – die maakten het feest alleen maar mooier.
Ik wens je een zalig Paasfeest!