Je moet meer aan jezelf denken!

 

Maar hoe dan?, denk ik dan. En wat betekent dat nou precies? Ik krijg er altijd een beetje de kriebels van, omdat het bij de wat “alternatievere” hulpverleners wel een soort standaardconstatering lijkt te zijn.

 

 

 

‘Ik denk te weinig aan mezelf,’ roept mijn vriendinnetje steevast als ze weer naar “haar” therapeut is geweest. Wat ik overigens al vreemd vind, want als je gaat praten over “mijn” therapeut, dan ben je volgens mij al behoorlijk met jezelf bezig. Ik vind het nogal hebberig klinken als je jezelf zo’n hele dokter toe-eigent. Hoezo denk je dan teveel aan anderen?  

 

En trouwens, ook als een diagnose haar niet bevalt, denkt ze graag aan zichzelf. Ze shopt gewoon door tot ze iemand vindt die haar precies zegt wat ze graag wil horen. En als er geen “té” in de diagnose zit – met daarachter iets positiefs – dan “neemt” ze gewoon een andere -peut of -loog.

 

Tsja… Wie wil nou niet horen dat ie te goed, te mooi, te intelligent of te zorgzaam is? Dat wil jij toch ook?

 

Toch zeggen “haar” artsen nooit eens dat ze te dik is. Of te bezorgd, te lui en te zeurderig. Nee, ze is altijd de betere versie van de vrouw, de moeder, de mantelzorger, de werknemer of de echtgenote. Zelfs de betere versie van de patiënte lijkt op haar van toepassing, want als ik haar mag geloven, krijgen artsen altijd tranen in de ogen bij het zien van haar toestand. Ze hebben altijd héél erg met haar te doen, en hebben nog nooit zoiets ergs gezien als waar zij aan lijdt.

 

Terwijl bij mij die tranen ook komen, maar dan bij het zien van de rekening die meekomt met de druppels, zalfjes en steentjes, die ervoor moeten gaan zorgen dat ze minder aan al die anderen gaat denken.

 

 

 

En toch moet ik ook weer toegeven dat ze misschien wel werken, die druppels. Ik denk namelijk dat de therapeut ze zelf ook gebruikt tijdens het opmaken van de factuur. Ja, nee… die denkt héél goed aan zichzelf, denk ik dan.

 

Maar alle gekheid op een stokje. Stel dat iemand tegen mij zegt dat ik meer aan mezelf moet gaan denken. Waar denk ik dan aan?

 

Dan denk ik vooral aan een vrouw die doorlopend twee kilo te zwaar is, die al wat rimpels begint te krijgen en die zo nu en dan al wat stram is. Een doorzetter die echt nóóit denkt ‘laat maar hangen’, maar die in de spiegel ziet dat ze dat wel al gaan doen.  

 

Nou… knap jij daarvan op? Ik niet hoor!

 

Dus laat mij toch maar gewoon blijven denken aan anderen. Wat dacht je bijvoorbeeld van George Clooney, of Matthijs van Nieuwkerk? Kijk, dáár knapt een mens pas van op!

 

Iemand nog meer suggesties? Want dan ga ik een nieuwe therapie introduceren!

 

Iets met juist wél aan anderen denken. En dat dit dus héél goed werkt om je beter te voelen.

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke