Ja hoor, gaat u daar maar liggen
Vertwijfeld keek mijn vriendin naar mijn benen en zei: ‘Eh, wat heb jij gedáán?’
Onlangs was ik met een vriendin naar de sauna. De eerste sauna die we pakten, was ontzettend heet, dus besloten we in badjas buiten af te koelen op een bankje. Vertwijfeld keek mijn vriendin naar mijn benen en zei: ‘Eh, wat heb jij gedáán?’
Ik wierp een blik op mijn benen en zag wat zij zag: een hele rij fikse blauwe plekken. Ik schoot in de lach en zei met een veelbetekenende blik: ‘Ach ja, ik was ongesteld afgelopen week…’ Mijn vriendin keek me aan met een vraagteken in haar ogen. Hoezo ongesteld, daar krijg je toch geen blauwe plekken van?
Ik dacht dat alle vrouwen hier last van hebben
Onhandig zijn als je ongesteld bent. Ik heb een vrij regelmatige cyclus, maar zelfs als dat niet het geval zou zijn, vertelt mijn motoriek tussentijds wel hoe laat het is. Ik stoot mijn hoofd tegen de afzuigkap, laat een glas uit mijn handen vallen, of, zoals deze keer meerdere malen het geval was, ik stoot mijn been.
Ik was namelijk zo slim geweest om een stoel in mijn kamer anders neer te zetten. De eerste week was dat geen probleem. Maar toen mijn ongesteldheid zich aankondigde, stootte ik me niet één keer, niet twee keer, en ook geen drie keer. Ik denk dat ik zeker tien keer mijn been tegen die ellendige stoel heb gestoten.
Op een gegeven moment was ik het zo zat dat ik de stoel maar weer op zijn oude plek heb gezet
Inmiddels is mijn menstruatie weer voorbij, de stoel staat weer op de nieuwe plek, maar ik stoot er niet meer tegenaan. Het is even afwachten wat de aankomende cyclus gaat doen, of ik die stoel dan weer moet verzetten of niet. Mijn vriendin zit smakelijk te lachen om mijn stoel-verhaal. ‘Nee’, zegt ze, ‘dat herken ik totaal niet’.
Dus vertel ik in geuren en kleuren alle smakkers en blunders die ik heb begaan gedurende mijn menstruaties de afgelopen jaren. Het hoogtepunt blijkt het verhaal te zijn waarin ik letterlijk met de deur in huis viel bij een interview met een BN’er.
Bij hoge uitzondering was ik bij iemand thuis uitgenodigd. Dat gebeurt niet vaak; gesprekken zijn meestal telefonisch of in een restaurantje. Nu sta ik dan voor die statige deur, met een hartslag die ik in mijn keel voel bonzen. Ik bel aan. Zodra de deur opengaat, wil ik naar binnen stappen, maar ik glij uit. Over de mat? Een blaadje? Mijn eigen benen? Een bananenschil? Joost mag het weten.
Dus maak ik een enorme zwieper en kan me net vastgrijpen aan de deur. Uiteindelijk val ik toch op de grond. Door de schrik vergeet ik mijn professionele houding en zeg: ‘Ja hoor, gaat u daar maar liggen’.
Nog nahikkend vertrekken we naar de volgende sauna
Gearmd. Want ook als ik heel hard moet lachen, ligt onhandigheid op de loer.