Italië at home?

 

 

Ik ben zo gek op Italië dat ik thuis ook een Italiaanse tuin wilde. Dus het idee was: een olijvenboompje op het terras, druiven boven het terras die je vanuit je luie stoel zo kunt plukken, verrukkelijk geurende, slingerende blauwe-regen-ranken, het liefst als een hele lange wandelgang-pergola door de hele tuin. En uiteraard een vijgenboom, zodat je met een bordje met alleen prosciutto naar buiten kunt en je antipasto is klaar, want je plukt de vijg er vers bij. Het grote Italiaanse genieten lekker thuis dus. Wie wil dat nou niet? Zal ik even opnoemen waarom je het niet zou moeten willen? Of… waarom het in elk geval bij mij niet gelukt is?

Had ik van tevoren kunnen weten

 

Hierom dus: de druiven smaken gewoon zuur, hebben een dikke schil en zijn er dus uiteindelijk alleen voor de vogels. De blauwe regen is een ontzettende uitslover. Gelukt! Alleen pakt ie in z’n enthousiasme het dak ook mee, is die gang om onderdoor te lopen er nog steeds niet en is zitten onder de blauwe regen niet nodig als ie bloeit want in die tijd van het jaar is het nog niet zo warm in ons landje, betekent dus steeds erheen lopen om te ruiken. Toch net anders dan in Italië. Wél mooi hoor! De Olijvenboom stond in een pot en moest ’s winters steeds naar binnen, waar ie dan weer alle blaadjes verloor, waardoor ie bijna de zomer nodig had om weer op te starten. Slecht plan dus. Idem met de vijgenboom. Van buiten naar binnen, en dan een paar maanden later weer helemaal kaal en van slag. Totdat ik hem op een gegeven moment met een giga wortel die door de pot de grond in was gegroeid eruit moest sleuren. Ik dacht: klaar met dat ding, ik plant hem gewoon. We zullen zien wat er van komt. Dat was schrikken! Er staat nu een enorme struikachtige boom die ons zo ongeveer alle uitzicht ontneemt en die ergens tegen oktober nog met een vijg of drie aan komt zetten. Les geleerd. When in Holland, do as the Dutch. Ook heel leuk!

 

 Door Franska

Beeld: GettyImages Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs.