Is dat gek, hardop praten in jezelf?
Ik had nog nooit eerder in mijn leven alleen gewoond.
Zelfs in de baarmoeder niet, omdat ik daar al met mijn tweelingzus zat. Het was dus een nieuwe ervaring voor mij om ineens alleen in huis te zijn. En het was wennen. Erg wennen.
Als je komt van een groot huishouden met kinderen, een partner en huisdieren, is het ineens oorverdovend stil als je in je eentje woont. En zeker als het niet per se je keuze is. Natuurlijk wist ik dat de kinderen het huis uit zouden gaan, al vanaf de dag dat ze geboren werden. En dat is ook iets waar je naar toeleeft. Moet je er op hun elfde nog niet aan denken dat ze ooit op eigen benen gaan staan, dan heeft de puberteit toch ook wel voor de ouder een functie om je los te maken en de voordelen te gaan inzien van het feit dat ze hun vleugels uitslaan.
Maar het verlies van mijn Grote Liefde was iets wat ik niet had ingecalculeerd. En dat kwam dan dus ook als een klap binnen. Laat staan dat ik had verwacht dat ik drie jaar later nog steeds alleen zou zijn. Het deed enorm veel stof opwaaien in de stilte en ik verpieterde dan ook waar ik bij stond. Hoewel ik mezelf nog best jong vind, behoorlijk extravert ben en een goed sociaal leven heb, omarmde de eenzaamheid me als een slingerplant.
Tuurlijk, er zitten voordelen aan alleen wonen. Nauwelijks meer was en ook de vaatwasser hoeft niet meer meerdere keren per dag te draaien. Alles is bij terugkomst zo opgeruimd als ik het achterliet en die lekkere koekjes die ik heb gekocht zijn er nog op het moment dat ik er zin in heb. Zelfs de tijdschriften liggen op mij te wachten om te worden gelezen.
Maar toch. Ook geen lieve briefjes meer in mijn jaszak, geen glaasje wijn dat ingeschonken wordt na een lange werkdag en geen gezamenlijke maaltijden meer. Die laatste vind ik geloof ik het ergst. Alleen eten. Ik weiger om met een kant-en-klaarmaaltijd voor de tv te gaan zitten, dus ik kook voor mezelf, dek de tafel en steek een kaarsje aan. Maar het is toch gezelliger om met je lievelingen de dag door te nemen dan tegen jezelf te zeggen dat je zo heerlijk gekookt hebt.
En je gaat ook rare dingen merken. Het viel me op dat mijn stem heser werd. Omdat het soms pas om vijf uur ’s middags was dat ik praatte. En ik daarom dus de gewoonte ging aanwennen om in mijzelf te kletsen. Alsof ik als een sportverslaggever op de radio verslag doe van wat er gebeurt. Woordjes, zinnetjes. Gewoon tegen mijzelf. Ik heb het nodig om te praten, nodig om gehoord te worden. En dan zegt iedereen dat ik dat buiten de deur kan opzoeken. En dat is ook zo. Maar je wilt het ook gewoon in je huis hebben. Ik wel in ieder geval.