‘Ik zie elk jaar tegen de winter op’

Willemijn ziet elk jaar weer enorm tegen de winter op. Sinds een jaar of tien heeft ze veel last van een winterdepressie, en voelt zich daarin niet echt begrepen.

 

 

‘Het verschil tussen Willemijn in de zomer en Willemijn in de winter is echt gigantisch. Ik zie er misschien in beide seizoenen hetzelfde uit, maar het zijn bijna twee volledig verschillende personen. De Willemijn die ik in de zomer ben, die was ik vroeger altijd. Vrolijk, opgewekt, vol energie, continu druk en op pad en ambitieus.

 

Maar sinds een jaar of tien is dat heel anders. Het begon nog redelijk onschuldig. Gewoon wat minder energie wanneer de dagen korter waren. Minder zin om dingen te ondernemen en misschien iets somberder dan normaal. Maar dat is normaal, dacht ik; iedereen is toch wel wat hangeriger tijdens de winter?

 

Toen het de jaren daarna erger werd, raakte ik wel een beetje bezorgd. En vervolgens zag ik er enorm tegenop. Dat bleek terecht; ik was echt een schim van mezelf. Wilde m’n bed eigenlijk niet uitkomen. Ik meldde me nooit ziek op mijn werk, maar deze winter heb ik dat voor alle jaren daarvoor ingehaald. Ik kón gewoon niet meer.

 

En dat frustreerde me ook enorm. Huilend lag ik ’s ochtends in bed omdat ik overal tegenop zag. Uit bed komen vond ik de zwaarste taak van de dag en ik werd al helemaal ontroostbaar als ik eraan dacht wat er in godsnaam met me aan de hand was. Ik voelde me zó somber, zo futloos en wilde alleen maar in m’n bed liggen. ‘s Avonds lag ik dan wakker, enorm verdrietig dat er weer een dag verloren was gegaan zonder dat ik ook maar iets productiefs had gedaan. Een vicieuze cirkel waar ik dat jaar maar niet uitkwam.

 

Aan het einde van de zomer erop ben ik naar een psycholoog gegaan, maar ik merkte dat ze me niet serieus nam. Dat het wel zou meevallen, met die winterdepressie van me. Dat het niet heel gek was dat ik minder energie had dan normaal. Zó kwaad werd ik, en na drie gesprekken ben ik niet meer teruggegaan. Dit had duidelijk geen zin.

 

Alles heb ik in de jaren daarna geprobeerd: vitamine D, naar de zonnebank, op vakantie naar de zon, proberen een vast ritme aan te houden en daar niet vanaf te wijken… Maar het lukt me niet om eraf te komen. Een aantal jaar geleden ben ik daarom weer naar een psycholoog gegaan, die zich gelukkig heel anders opstelde dan die ervoor. Ik ben met lichttherapie begonnen en het helpt een beetje, maar het sombere blijft.

 

Ik kijk zó op tegen deze winter. De laatste jaren heb ik me vastgehouden aan mijn vaste ritme. Ik verbood het mezelf om me ziek te melden. Ik móest naar mijn werk en ik moest van mezelf minimaal twee keer per week sporten. Niet eraan toegeven. Maar deze winter zie ik het nog somberder in dan alle andere jaren ervoor. Op kantoor mogen we niet werken en ik merk nu al dat het opstaan moeilijker wordt en de huilbuien meer.

 

M’n omgeving weet er wel van, maar ik zwak het altijd een beetje af als ik mensen spreek. En door corona zie ik iedereen ook minder, wat mijn stemming ook niet goed doet. ‘Ja hoor, m’n winterdepressie begint al,’ hoor ik mensen vaak lachend zeggen. Ze moesten eens weten, denk ik dan. Ik zou dit niemand toewensen.’