‘Ik wilde eruit wegvluchten, maar kon het niet’

 

‘Want dat meisje uit die documentaire, dat ben ik.’

 

 

 

‘Bij Humberto zag ik de aankondiging van een documentaire over dochter Nikki en moeder Karin. Door een persoonlijkheidsstoornis was de moeder niet in staat om voor haar dochter te zorgen. De droefenis daar in huis werd zes jaar lang gevolgd door documentairemaker Monique Nolte. Ik viel erin, in dit item, en hoewel ik er eigenlijk uit wilde wegvluchten, kon ik het niet. Want deze documentaire, die gaat over mij. Nikki van nog maar elf jaar die ’s ochtends opstaat om koffie voor haar moeder te maken, de hond uit te laten en zichzelf naar school te helpen, dat ben ik. En de gelijkenis trof mij zo onaangenaam dat ik er niet eens om kon huilen.

 

Het allerergste werd ik geraakt toen Nikki zei dat ze nu, door haar leven van toen nog een keer voorbij te zien komen, dingen ziet die ze toen niet zag. Ik weet als geen ander hoe het is om niet beter te weten dan dat je moeder het niet kan opbrengen om voor je te zorgen.

 

Want ook mijn moeder was – en is nog steeds – depressief. Zo erg dat ik op mijn negende bij een tante in huis ben gaan wonen. Vanaf dat moment begon ik heel langzaam te begrijpen dat het niet normaal was dat mijn moeder het steeds liet afweten. Het was niet normaal dat er geen eten in huis was, dat er niet werd gewassen, niet schoon werd gemaakt. Net zo goed als het abnormaal was dat er weken waren dat mijn moeder niet uit bed kwam en dat ik haar na school precies hetzelfde aantrof als toen ik opstond.

 

Eenmaal bij mijn tante werd er niet alleen voor me gezorgd maar werd er ook van me gehouden. Want hoewel mijn moeder, net als de moeder van Nikki in de documentaire, altijd heeft beweerd dat ze echt wel ‘zielsveel’ van me houdt, heeft ze me dat op een paar sporadische momenten na, nooit kunnen laten voelen. Voor mij was er nooit ruimte om me te uiten en er was bijna nooit iemand die aan me vroeg hoe het met me ging en of ik misschien iets nodig had.

 

Naarmate ik ouder werd ben ik steeds beter gaan begrijpen dat het geen onwil van mijn moeder was om er niet voor mij te zijn. Net als de moeder van Nikki was ze alleen maar bezig met overleven – en dat is ze nog steeds. Toen ik me daar enigszins in kon verplaatsen werd de woede die ik lang voor haar voelde, minder. Inmiddels ben ik niet meer boos. Er zijn zelfs al momenten dat ik met haar te doen kan hebben.

 

Waar ik wel nog steeds mee worstel, is of ik het aandurf om zelf moeder te worden.

 

Vijfenzestig procent van de kinderen die opgroeien in gezinnen met psychische en/of verslavingsproblematiek, kunnen op latere leeftijd met soortgelijke problemen te maken krijgen. Behalve dat ik een kind nooit en te nimmer wil aandoen wat mijn moeder mij aandeed, wil ik zelf ook nooit afglijden naar de diepe duisternis waar mijn moeder het grootste deel van haar leven in ronddoolt. Dat is onmenselijk.’

 

 

‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen.’

 

Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.

 

Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.