‘Ik wil verhuizen vanwege mijn buren’

 

Natasha woont samen met haar man in een rustige woonwijk, net buiten een grote stad. Ze wonen hier al bijna tien jaar met veel plezier. Tenminste, tot anderhalf jaar geleden, toen kregen ze nieuwe buren.

 

 

‘In eerste instantie was ik best wel enthousiast over onze nieuwe buren. We wonen in een hoekhuis, dus wat dat betreft is het best een ‘luxe’ dat we maar aan een kant buren hebben. De eerste kennismaking ging heel prima, het is een wat jonger stel met twee kinderen van onder de tien jaar. Ze namen zelf het initiatief om ons wat beter te leren kennen en de eerste indruk was echt positief.

 

Mijn man en ik gingen dus graag in op hun aanbod om wat te komen drinken, bij hen thuis. Ze zeggen natuurlijk ‘beter een goede buur dan een verre vriend’ en daar ben ik het helemaal mee eens; het liefst wil ik gewoon op goede voet met mijn buren zijn. Maar niet lang na die borrel begon het gesodemieter.

 

Hun kinderen zijn allebei nog erg jong, en natuurlijk snap ik dat dat gepaard gaat met het bijbehorende lawaai, maar dit geschreeuw… dat is echt niet normaal. Alle scheldwoorden passeren de revue, van beide kanten! En de oudste is pas negen. ‘Hoe ként hij al die taal?’ dacht ik toen ze voor het eerst zulke schreeuwende ruzies hadden. Al snel werd duidelijk dat hij gewoon zijn ouders kopieerde.

 

Mijn man werkt parttime, ik ben afgekeurd. Dat betekent dat ik veel thuis ben. Omdat ik slecht ter been ben kan ik ook niet veel lopen op een dag. Mijn buren werken allebei, maar dat weerhoudt hen er niet van om continu pakketjes te bestellen — die dan altijd bij mij worden aangeboden. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het echt niet erg om af en toe iets aan te pakken. Maar soms zijn het er wel tien per week! Elke keer moet ik dan weer opstaan, en een verplicht praatje maken als ze het pakje aan het einde van de dag komen ophalen.

 

Laatst waren de kinderen een weekend uit logeren en gaven ze een barbecue met een grote groep vrienden. Dat vonden wij in deze tijd al behoorlijk ongepast, maar het was pas echt vervelend toen het feest buiten tot een uur of twee doorging. Ik heb toen een appje gestuurd of het bijna klaar was, waar ik geen reactie op kreeg. Vervolgens zijn ze tot half zes ’s ochtends binnen doorgegaan! Dat is toch niet normaal? Harde muziek en maar schreeuwen en zingen.

 

De druppel was voor mij dat hun kinderen vervolgens terugkwamen van hun logeerpartijtje en de buren het lef hadden om aan mijn man en mij te vragen op te passen, op onze vrije zondag, omdat meneer en mevrouw een te erge kater hadden van de avond ervoor. Ze wilden graag nog even bijslapen. Ik vind het zo zielig voor die kinderen, maar we hebben nee gezegd. Ze zijn zó ongemanierd en ik vind het absoluut niet onze taak.

 

Al met al is het contact heel snel bekoeld tussen de buren en ons. Zij vinden ons niet flexibel genoeg, en ik vind hen ongemanierde, ordinaire types. Pakketjes neem ik niet meer aan, maar elke keer als die deurbel gaat, word ik alweer kwaad. Ik weet dat ik me niet zo moet laten meeslepen hierin, maar ik vind ze zó asociaal. Gisteravond was het weer geschreeuw tot elf uur ’s avonds met hun oudste. Ik hoop vurig dat ze snel weer gaan verhuizen, maar ik zie het somber in.’