‘Ik was te laf om iets tegen haar te zeggen’

 

Als Ingeborg een klasgenoot van vroeger ziet schrikt ze heel erg, want ze weet dondersgoed wat zij Diana heeft aangedaan.

 

 

 

‘Ik had het als kind heel moeilijk thuis. Mijn ouders waren nooit tevreden met mijn schoolprestaties. Ze verwachtten van me dat ik minimaal de havo zou halen want volgens hen gingen alleen domme mensen naar de mavo. En ze namen geen genoegen met een mager zesje. Nee, hun enige dochter moest hen trots maken. Dus met alles moest ik de beste zijn. Bovendien werd er door mijn moeder heel erg op mijn gewicht gelet waardoor ik een eetprobleem ontwikkelde waar ik tot op de dag van vandaag mee moet dealen.

 

 

Ik koos een studie uit die zo ver mogelijk van mijn ouderlijk huis vandaan was waardoor ik wel op kamers moest en niet zo vaak meer thuiskwam. Alleen werd ik daar overvallen door eenzaamheid omdat ik maar moeilijk aansluiting vond bij mijn medestudenten. Ook bij de vereniging waarvan ik lid werd lukte het niet echt om nieuwe vrienden te maken, waardoor ik me heel erg alleen heb gevoeld. Pas toen realiseerde ik me echt wat ik Diana had aangedaan. Puur omdat ik zelf zo ongelukkig was werd ik een onuitstaanbaar iemand met een grote mond. Iemand voor wie ik me heel diep schaamde.

 

 

Uiteindelijk ging ik samenwonen en kreeg ik zelf kinderen en verdween mijn jeugd wat meer naar de achtergrond. Ik wilde het voor mijn eigen kinderen graag anders doen, wil eigenlijk alleen maar dat ze gelukkig zijn. Daarom laat ik ze vrij in wie ze willen zijn. Mijn zoon zit op het vmbo en mijn dochter is lekker mollig maar daar zal ik nooit wat van zeggen, omdat ik nog zo goed weet hoe beklemmend dat voelde toen mijn ouders zo streng voor me waren. Helaas zijn mijn zoon en dochter op hun lagere school ook gepest en dat deed me heel veel pijn. Het voelde eigenlijk alsof ik gestraft werd voor mijn eigen gedrag naar Diana in mijn jeugd. Ik heb ook nooit aan mijn kinderen durven vertellen dat ik zelf vroeger een pester was, gewoon omdat ik me er zo voor schaam.

 

 

Laatst was er een reünie van mijn oude school, maar ik ben er niet naartoegegaan. Bang dat ik Diana weer zou zien, een klasgenoot die van mij altijd de volle laag kreeg als ik het thuis weer eens moeilijk had met mijn veeleisende ouders. Ik wil het verleden liever laten rusten, maar ook nu voelt het haast alsof karma nog een appeltje met me te schillen heeft. Want een paar dagen na de reünie moest ik voor mijn werk naar een vergadering waar een paar andere organisaties ook bij zouden zitten. Toen ik de zaal inliep zag ik een vrouw met een gezicht dat me wel bekend voorkwam. Pas toen ik haar een hand gaf en ze haar naam zei wist ik het zeker. Het was Diana, het meisje dat ik zo vreselijk gepest heb. Ik stelde me voor met de naam van mijn man in de hoop dat ze me niet zou herkennen. De hele vergadering kon ik mijn hoofd er maar niet bijhouden en durfde ik haast niet naar Diana te kijken als ze aan het woord was. Toen de bijeenkomst was afgelopen liep ik snel naar de wc, in de hoop dat ik haar kon ontwijken. Maar terwijl ik mijn handen stond te wassen liep ze opeens de toiletruimte in en kon ik er niet meer omheen. Heel rustig keek Diana me aan en zei hardop mijn naam, mijn meisjesnaam.

 

 

Of ik nog wist wie ze was, want we hadden toch jarenlang bij elkaar in de klas gezeten? Of ik me kon herinneren hoe ik haar al die jaren had behandeld? Of ik wist hoeveel pijn en verdriet ze daarvan had gehad? Dat het haar jaren therapie had gekost om daarvan af te komen? En hoe goed het voelde om dat nu hardop tegen mij te kunnen zeggen? Daarna keek ze me vragend aan. Alsof ze een antwoord van me verwachtte.

 

 

Maar in plaats van haar na al die jaren mijn excuses aan te bieden mompelde ik dat ik niet wist waar Diana het over had en maakte ik me snel uit de voeten. Huilend zat ik in de auto terug naar huis. Diana had gelijk. Natuurlijk had ze gelijk en natuurlijk had ik gewoon moeten zeggen dat ik spijt had van mijn gedrag en dat ik hoopte dat ze mijn excuses zou aanvaarden. Maar ik was gewoon te laf om iets tegen haar te zeggen, net zoals vroeger toen ik zo laf was om haar te pesten omdat ik zelf zo ongelukkig was.’