‘Ik snap dat mijn man bij me is weg­gegaan’

 

Liselore (53) woont nu vijf jaar alleen, nadat haar (inmiddels ex-)man Rick bij haar is weggegaan. Voor haar kwam die breuk als een donderslag bij heldere hemel, inmiddels weet ze waar het aan heeft gelegen: aan haarzelf.

 

‘Nu pas, vijf jaar later, begrijp ik het. Het was alsof er eindelijk iets klikte in mijn hoofd, alsof ik het eindelijk helder zag, het probleem. Heel confronterend, want na jaren verdrinken in mijn verdriet, woede en onbegrip en slapeloze nachten ben ik tot de conclusie gekomen dat het aan mij lag. Ik snap dat Rick er genoeg van had, zijn spullen heeft gepakt en is weggegaan. En nu ik dat eindelijk snap, waarom ik zelf uiteindelijk het probleem was, nu is het te laat. Hij is verdergegaan en ik ben alleen.

 

Rick en ik hebben elkaar leren kennen door gemeenschappelijke vrienden. Wij waren allebei net de dertig gepasseerd en nog vrijgezel. Ik had zelfs nog nooit een serieuze relatie gehad. Ik was toen 35, Rick toen ‘nog maar’ 31. Dat leeftijdsverschil maakte uiteindelijk niets uit, maar vond ik toen nog echt een struikelblokje. Hij was nog zo’n jonkie! Toch gingen we op date en al snel waren we onafscheidelijk. Binnen een half jaar woonden we samen, in een klein huisje in Utrecht. Dolgelukkig waren we toen.

 

Omdat ik al wat ouder was, kwam het gesprek al gauw op kinderen. Als we daaraan wilden beginnen, moesten we niet al te lang wachten. Rick komt uit een gescheiden gezin en dat heeft flinke sporen nagelaten bij hem. Ik heb nooit een sterke kinderwens gehad en daar was ik ook heel eerlijk over naar Rick toe: áls we hieraan gingen beginnen, zou ik het voor hem doen. Ik was ook gelukkig zonder kinderen. Ik had mezelf nooit anders voorgesteld dan kinderloos. Rick ging akkoord. Hij had zelf zoveel verdriet gehad door de scheiding van zijn ouders, dat hij zijn potentiële kinderen daar absoluut voor wilde behoeden. Dan maar geen kinderen, dan kan je ze ook geen pijn doen, dacht hij.

 

En dus bleven we met z’n tweetjes. Samen waren we vaak the life of the party. Altijd als laatste naar huis gaan. Vaak nét een glaasje te veel en vaak voelden we ons de dag erna behoorlijk beroerd. Maar zeker in de zomer waren we toch weer op het terras te vinden die dag erna. ‘Machines’ noemden vrienden ons vaak gekscherend. ‘Die Liselore en Rick, die gaan ook maar door, hè.’

 

Niet dat ons werk eronder leed, hoor. Ik werkte bij een evenementenorganisatie en Rick bij een reclamebureau. Door mijn werk daar gingen we ook vaak feestjes af. Festivals in de zomer, in de winter naar binnenfeestjes, en maar door, en maar door. Toen Rick veertig werd, zei hij tegen me dat dit voor hem een symbolische leeftijd was om het wat rustiger aan te doen. Niet altijd maar op pad. Een keer een weekend thuis eten. Misschien een weekendje samen naar de sauna? Of een stedentripje naar Rome in plaats van naar Barcelona en daar sangria drinkend de vakantie doorbrengen?

 

Natuurlijk gingen we dat doen, zei ik. Maar eerlijk gezegd dacht ik dat het gewoon een fase was waar hij doorheen ging. Rick vond het verschrikkelijk om veertig te worden en dat wist ik. Ik dacht hem af te leiden met verrassingsdiners bij de beste restaurants. Ik organiseerde een surprise-feestje voor zijn veertigste verjaardag, terwijl hij zei dat hij die dag gewoon met mij wilde doorbrengen. Met z’n tweetjes, geen poespas: samen koken en samen goede wijn drinken. ‘Dat is écht niet wat hij wil’, zei ik tegen iedereen toen ik achter zijn rug om zijn surprise-feestje bekokstoofde.

 

Ik werd dwingender in mijn gedrag. Dat merk ik nu pas achteraf. Rick is veel te lief voor mij geweest, hij wilde mij niet teleurstellen. En ik wilde maar door. Ik zeg altijd over mezelf dat ik het Peter Pansyndroom heb: ik wil niet opgroeien. Ik wilde door blijven gaan in het eeuwige gefeest, de eeuwige gezelligheid en dat wilde ik met Rick. Wij waren toch de graag geziene gasten op elk feestje? Voor gezelligheid belde iedereen ons. Als een onverslaanbaar team, zag ik ons.

 

Dat Rick op was, daar was ik achteraf gezien helemaal blind voor. Ik dacht dat hij dit ook wilde. Dat hij me na zijn veertigste verjaardag eerlijk opbiechtte dit echt niet te willen, wuifde ik dat weg. En de jaren daarna ook. Natuurlijk merkte ik dat hij vaker niet mee op pad ging, dat hij het zat was dat ik al midden veertig was en alsnog de meeste feestjes van mijn werk meepakte. Langzaamaan dreven we uit elkaar. Langzaam, maar zeker. En zo langzaam dat ik het niet zag tot het te laat was.

 

‘Jij bent niet gemaakt om met iemand samen te zijn’, zei Rick uiteindelijk. Hij had er genoeg van. Genoeg van op mijn tempo meeleven. Niet naar zijn eigen gevoel luisteren, doen wat hij wil: een rustig bestaan leiden en alle drukte achter zich laten. Spijt heeft hij nu dat hij geen kinderen heeft. ‘Ik voel een leegte, het gemis van de onvoorwaardelijke liefde die je voor een kind kan hebben.’ Hij neemt mij niet kwalijk dat we niet aan kinderen zijn begonnen, hij is er immers zelf akkoord mee gegaan.

 

Maar nu is hij weg. Hij kon mij niet meer aan. Ik weet dat ik erg dominant kan zijn, maar nu, vijf jaar later, ben ik degene die zich leeg voelt. En spijt heeft. Ik had de liefde van mijn leven en door mijn eigen egoïsme ben ik hem kwijtgeraakt.’

 

Door: Liselore