‘Ik projecteer mijn eetprobleem op mijn dochter’

 

Lotte (49) heeft samen met haar man Erwin (52) dochter Laura van 16. Ze proberen Laura steeds meer vrij te laten naarmate ze ouder wordt, maar Lotte heeft daar wat problemen mee.

 

‘Vroeger ben ik heel erg gepest. Dat begon al op de basisschool. Waar het vandaan komt weet ik eigenlijk niet eens. Kinderen kunnen zo gemeen zijn, en misschien zagen ze dat ik wat onzeker was. En héél verlegen, al werd dat alleen maar erger vanwege het pesten natuurlijk. Tegen m’n ouders speelde ik mooi weer. Natuurlijk hoorden zij wel op ouderavonden dat ik niet helemaal lekker in de groep zat, maar ik zei altijd dat dat wel meeviel.

 

Waarom ik er niet eerlijk over was snap ik achteraf gezien ook niet. Ik had hartstikke lieve ouders, die hadden me echt wel gesteund. Ik weet wel nog dat ik destijds heel bang was dat ze bij de juf zouden gaan klagen. Dat zou naar mijn idee alleen maar averechts werken. Dan zouden die pestkoppen me alleen nog maar harder aanpakken. Maar ja, ondertussen ging ik wel elke dag met het lood in mijn schoenen naar school. Om afleiding te zoeken, en ik denk eigenlijk ook door de stress, begon ik heel veel te eten.

 

Ik werd zwaar. Véél te zwaar. Dat was natuurlijk nog meer voer om mij belachelijk te maken en eten naar me te gooien. Ik was immers een vetklep, zeiden ze. Toen ik in groep 8 kwam bedacht ik: dit moet anders. Vanaf de middelbare school pik ik dit niet meer. Halverwege dat laatste jaar op de basisschool begon ik met afvallen. Alles wat ik in mijn mond stopte ging bewust. Ik snoepte niet meer en wilde thuis nauwelijks nog eten. Echt veel verstand van wat nou gezond was en wat niet had ik niet; ik besloot gewoon van alles minder te gaan eten.

 

Toen ik na de zomervakantie op de middelbare school kwam voelde ik me als herboren. Het kleine aantal medeleerlingen waarmee ik ook op de basisschool zat herkende me nauwelijks. De pestkoppen waren naar een andere school gegaan dus ik kon echt een nieuwe start maken. Van mijn oude klasgenootjes kreeg ik complimenten; wat zag ik er goed uit! Het was echt alsof er een heel andere Lotte naar boven kwam. Ineens had ik vrienden en vriendinnetjes. Ineens keken jongens naar me alsof ze me mooi vonden.

 

M’n ouders waren ook trots op me. Die hadden immers gezien dat ik best wel zwaar was geworden, en ook dat ik die kilo’s nu allemaal kwijt was. Al die complimentjes deden me zo goed. Alsof ik eindelijk controle over m’n leven terug had. Maar ik wist niet van ophouden. Ik wilde meer afvallen, meer complimentjes, meer controle. Het werd een gigantische obsessie die ik voor m’n omgeving verborgen hield.

 

Zelfs Erwin weet niet dat ik zo heftig was vroeger. De periode dat ik op de basisschool zat en zo zwaar was noemen we vaak gekscherend ‘mijn dikke periode’. Maar nog steeds ben ik heel erg bezig met wat ik binnenkrijg. Mijn omgeving vindt me een health freak, maar zelf zie ik wel dat het dieper zit dan ‘gewoon gezond bezig zijn’. En nu merk ik dat mijn dochter er ook last van krijgt.

 

Laura was namelijk nooit bezig met afvallen en ze vond zichzelf nooit te dik. Maar sinds een jaar of twee is dit veranderd en ik weet dat dat door mij komt. Natuurlijk lieten Erwin en ik haar steeds meer vrij, maar als ze dan met vriendinnetjes was geweest na schooltijd en zei dat ze popcorn hadden gegeten, of chocola of chips, dan kreeg ze van mij geen goedkeuring. ‘Pas nou op’, zei ik voordat ik er erg in had. Thuis hadden we dit soort dingen nooit. We drinken thee of water, maar nooit cola.

 

Ik merk dat ik het moeilijk vind om de grens te bepalen tussen mijn dochter gezond opvoeden en er te streng en obsessief mee bezig zijn. Ik denk dat het komt omdat ik zelf eten nooit meer als iets leuks heb gezien. We gaan nooit uit eten; ik raak er gestrest van als ik niet weet wat ik precies binnenkrijg.

 

‘Vind je mij dik, mam? Jij bent altijd zo dun geweest en ik lijk helemaal niet op je’, zei Lotte laatst. Dat brak m’n hart. ‘Natuurlijk vind ik je niet dik’, zei ik. Toen ze zei dat ik altijd zo afkeurend deed wanneer zij aan het eten was, wist ik dat er iets moet veranderen. Mijn dochter mag niet de dupe worden van mijn ongezonde obsessie. Ik wil dit veranderen, maar weet dat ik een lange weg te gaan heb.’