Ik koop gewoon een boot

 

Zo. Hè hè, 2021. Weg met dat vermaledijde 2020. Een nieuw jaar met nieuwe kansen. Ik denk dat ik eens iets geks ga doen: een bootje kopen.

 

 

Wie me hiertoe aanzet? Youp. Hij ziet kans om in elke column die schuit van twee miljoen van de koning op te voeren. Ik verheug me er iedere zaterdag op, want of het nou wel of niet in zijn column past, die boot komt elke week terug en zorgt voor een grote grijns op mijn gezicht. Eigen schuld dikke bult hoor, koning, Youps gezuig over uw doldrieste aankoop. Moet u maar niet uw armzalige bootje van een half miljoen inruilen voor eentje van twee miljoen. Een speedboot ook nog eens, om de Griekse wateren mee te vervuilen. En er, wie weet, nog wat drenkelingen mee op te vissen. Als u ze tenminste ziet en niet per ongeluk over ze heen vaart, want een speedboot, het woord zegt het al, is supersnel.

 
Eerlijk is eerlijk, wij hadden ooit ook een boot. Maar dat was wel armoe, over armzalig gesproken. Eigenlijk kon je je daarmee niet vertonen in het water rondom ons toenmalige huis. Er werd over geroddeld: ‘Hebben jullie die boot van de familie B. al gezien? PROEST!’ Die boot was van mijn broer. Wij namen hem over, omdat we toen aan het water woonden. Maar wij waren niet zo goed met boten. Het was een hele wetenschap. Voordat de motor het deed was je een half uur verder en hij moest in de winter aan de kant. Met een lier. Toen jongste zoon en ik dat op een winterse dag vergaten, lag hij vast in het ijs. Dat is voor mensen niet goed, maar voor een boot ook niet. Man woonde destijds door de week in het oosten van het land (werk) en jongste zoon en ik hadden eerder, wat geërgerd, geroepen: ‘Jahaaa! Denken we heus wel om!’ Wij zouden voor de boot zorgen. Oeps. Toen het weer dooide, gebeurde er iets raars. De boot raakte los en dreef ergens rond in alle vrijheid. Geef hem ongelijk. Gelukkig wist mijn zwager, die toen bij ons om de hoek woonde, ons bootje te enten, en zo kregen we hem op de kant. Een beste sta-in-de-weg op de oprit.

 
Uiteindelijk verkochten we hem. Maar nu, in deze barre covid-19-tijden, denk ik: hadden we die boot nog maar, lekker varen op de Maas, die hier vlakbij loopt. Daarom mijn plan om toch een boot te kopen. Het staatslot ligt al klaar. Ik heb toch weleens verteld dat ik bij vlagen paranormaal begaafd ben? En zo komt het dat ik gewoon zeker weet dat ik binnenkort twee miljoen rijker ben. Wat ik er echt mee zou doen? Geen boot kopen natuurlijk. Twee miljoen… dat zijn minstens… uh… nou… heul veul waterpompen voor Zambia.

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel