‘Ik kan mijn rouwende man niet aan’

 

Saskia (49) is tien jaar samen met haar tweede man, Thijs (54). Beiden hebben zij kinderen uit een vorig huwelijk die al het huis uit zijn. 

 

Samen wonen ze op het platteland en ze zijn eigenlijk heel gelukkig. Totdat de moeder van Thijs anderhalf jaar geleden overleed…

 

‘Onze ouders zijn voor Thijs en mij allebei heel belangrijk. Elke week gingen we wel even langs, voor koffie of een etentje. Ook onze kinderen zijn dol op opa en oma. Toen Thijs’ moeder ineens ziek bleek te zijn was dat een enorme schok voor ons allemaal. Ook al is Thijs niet de biologische vader van mijn kinderen, ze zijn erg gehecht aan hem en ook aan zijn ouders.

 

Borstkanker was de diagnose en al snel bleek het volledig foute boel te zijn; binnen een jaar was ze weg. Achteraf heb ik het allemaal een beetje als in een roes beleefd. Vanaf het moment dat we het slechte nieuws kregen hebben Thijs en ik er alles aan gedaan om de tijd die ze nog had zo mooi mogelijk te maken. Thijs is enig kind dus alles kwam neer op hem. Zijn vader was volledig van de kaart en had zelf heftige medicatie nodig om überhaupt te kunnen slapen. Het was een heel verdrietige periode.

 

Ook de tijd na het overlijden van Thijs’ moeder was erg heftig. Gelukkig praat Thijs makkelijk over zijn gevoelens, dus we hadden het er veel over. Vaak lag hij nachten wakker, huilend in bed. Ik wist dat zo’n rouwperiode eraan zat te komen en ik probeerde hem te steunen waar ik kon en naar hem te luisteren. Maar het is nu anderhalf jaar later en er is nog nauwelijks iets veranderd.

 

Nog steeds ligt Thijs vaak huilend wakker. Allebei mijn ouders leven nog, dus helemaal voorstellen hoe het is om een ouder te verliezen kan ik niet, maar ik snap zijn verdriet echt wel. Ik vind alleen dat er na anderhalf jaar verbetering in moet zitten. Verdriet heeft tijd nodig om te slijten, maar dat zou inmiddels toch wel een beetje gebeurd moeten zijn? Met de vader van Thijs gaat het inmiddels stukken beter, die is van de medicatie af en is zelfs voorzichtig een beetje aan het daten. Voor zover je kan daten op zijn leeftijd natuurlijk… Hij heeft het gezellig met de dames van zijn bridgeclub in elk geval.

 

Dat vindt Thijs dan weer verschrikkelijk. Hij heeft het idee dat zijn vader daarmee zijn moeder verloochent. Dat zorgde voor behoorlijk wat spanning tussen hun twee, en die spanning is zelfs zo hoog opgelopen dat ze heel weinig contact hebben. Verschrikkelijk om te zien vind ik dat, maar ook omdat ik het idee heb dat Thijs daarom nóg meer verdrinkt in zijn verdriet. Hij heeft het idee dat hij de herinnering aan zijn moeder alleen maar in leven houdt door continu in de rouw te zitten en continu verdrietig te zijn. Daar ben ik het niet mee eens, en zijn vader ook niet. We hebben geprobeerd met hem hierover te praten, maar dat leidt alleen maar tot ruzie.

 

Voorzichtig heb ik bij Thijs geopperd eens met een psycholoog in gesprek te gaan. Dat viel helemaal verkeerd. Psychologen vond hij voor mensen die mentaal niet in orde waren, daar was hij heel fel en onredelijk in. Ik heb hem toen gezegd dat hij toch echt een manier moet gaan vinden om zijn verdriet een plek te geven. Thijs vatte dat op alsof ik hem zat was, wat helemaal niet waar is natuurlijk.

 

We wonen nog steeds samen in een huis, maar echt gezellig is het niet. Thijs is boos en voelt zich onbegrepen, terwijl ik hem juist heel graag wil begrijpen en ik het idee heb dat ik dat ook altijd heel goed heb gedaan… Maar na anderhalf jaar, dan zou er toch íéts van progressie in moeten zitten? Als het op deze voet doorgaat, weet ik niet of onze relatie standhoudt. Ik voel me soms een heks omdat ik hij zegt dat ik het hem kwalijk neem dat hij zijn moeder zo mist. Dat is helemaal niet het geval! Ik snap dat volledig. Maar moet alles daarvoor wijken en zijn hele leven ‘on hold’ worden gezet omdat hij nog steeds rouwt?’