‘Ik ben uit gezorgd’

Artikel beeld

Ik ben er wel klaar mee. Met de zorg voor mijn gezin, mijn omgeving, mijn baas en ja, ook met mijn kerk. Vorige week tikte ik mijn 51e levensjaar aan en dankte ik de Here dat ik dit in goede gezondheid mocht meemaken. Serveerde ik (quasi) blij koffie met gebak, terwijl we (gezellig) in familiare sfeer mijn verjaardag vierden. Mijn ouders en schoonouders zijn nog in goede gezondheid, onze vier kinderen gedragen zich -tot nu toe- welopgevoed en mijn man is een keurige, hardwerkende echtgenoot die nog altijd gek op me is. Daar lijkt het in ieder geval op.

Dagelijkse sleur

‘Wat wil je nog meer?’ hoor ik nu menigeen denken. Nou dat zal ik je vertellen. Ik wil eruit. Weg. Alleen. Het liefst een half jaar. Hoewel, met een paar maanden zou ik ook al een gat in de lucht springen. Want, ik ben er zat van. De dagelijkse sleur, het 24/7aanstaan, zelfs op rustdag. Immers dan is er de kerk.

Zwaar gelovig

Mijn zorghormonen zijn op. En dat terwijl de echte zorg nog moet komen, denk ik. Als enig kind (niet gebruikelijk binnen een zwaar gelovig gezin, maar da’s een ander verhaal), zal ik straks geacht worden om voor mijn ouders te mantelzorgen. Wanneer zij gebreken krijgen. En geheid dat er een tijd aanbreekt dat onze kinderen zich wat minder gedragen dan nu. Ik verbaas me erover dat ze nog steeds niet af en toe uit de band springen. Eigenlijk is er bijna nooit een reden om eens een hartig woordje met ze te spreken.

Best rebels

Dat hebben ze in ieder geval niet van mij. Heimelijk niet dan. Want van binnen ben ik best rebels. Altijd geweest, ondanks dat ik precies in de pas loop. Zoals het ogenschijnlijk hoort. Maar van binnen wil ik me zo graag af en toe wat minder volgens protocol gedragen. Vrij zijn, in mijn eigen doen en laten. Een tijdje backpacken, voor me uitstaren op een bergtop, naakt zwemmen in zee, bij een kampvuur muziek maken, gesprekken voeren met mensen die ik niet ken. Of ik ook het bed wil delen met een andere vent? Dat denk ik niet, maar misschien ook wel.

Ik stik

Ik weet het gewoon even niet. Wat ik wél weet is dat ik met dit verhaal niet bij mijn man en kinderen aan hoef te komen. Die zullen me nooit begrijpen. Evenals mijn (schoon)ouders. Ik wil me hun afkeuring niet eens inbeelden, om over de mede-kerkgangers maar te zwijgen! En toch gooi ik deze bal binnenkort op. Want ik loop vast. De dagelijkse sleur grijpt me naar de keel en ik wil voorkomen dat ik stik.

Door: Redactie Franska.nl

Afbeelding van Redactie Franska.nl
newsletter image
newsletter close button newsletter image
Word jij ook gezellig
Franska vriendin?
Zo maak je kans op
prijzen en uitjes!