Ik ben bang voor mijn toekomst

 

Thea is al jaren gescheiden, maar er is nooit een andere man in haar leven gekomen. Nu met corona vindt ze dat extra moeilijk.

 

 

‘In de woonkamer hoor ik het geluid van een racebaan. Robin, mijn zoon, zit een potje te gamen maar hij heeft zijn koptelefoon niet opgezet. Voor de zoveelste keer vraag ik of hij het geluid zachter wil zetten want ik kan me niet concentreren op mijn werk.

 

Robin is mijn enige kind. Toen hij pas drie was gingen zijn vader en ik onverwacht uit elkaar. Mijn ex had iemand anders ontmoet en liet mij verbijsterd achter met een gebroken hart en een peuter. Hoe ik die eerste jaren ben doorgekomen weet ik eigenlijk niet zo goed meer.

 

De eerste jaren na het vertrek van zijn vader sliep Robin iedere avond naast me. Blijkbaar was hij bang dat ik ook zou vertrekken. Zijn vader was inmiddels verhuisd naar de andere kant van het land. Hoewel ik probeerde om het contact tussen die twee te stimuleren was dat niet makkelijk.

 

Zijn vader kreeg een gezin met zijn nieuwe liefde en had niet veel tijd over voor onze zoon. Robin zag hem misschien twee dagen per maand. De afstand was wel erg groot en daarbij kwam dat Robin, naarmate hij ouder werd, in het weekend steeds vaker zijn eigen gang wilde gaan.

 

Maar dat betekende dat de zorg voor Robin volledig op mij terechtkwam. Als ik naar een ouderavond moest had ik opvang nodig. Een avondje sporten of met een vriendin naar de film was lastig want dan moest ik weer een oppas regelen. Aan een nieuwe liefde durfde ik al helemaal niet te denken, want hoe en waar moest ik die dan ontmoeten? Ik kon toch geen vreemde man uitnodigen waar Robin bij was?

 

Zo gleden de jaren door mijn vingers. Eenzaam was ik niet echt want ik had een drukke baan en Robin was er altijd. Maar nu hij bijna volwassen is vraag ik me af of ik er goed aan heb gedaan om me zo op hem te richten. Hij gaat volgend jaar studeren in een andere stad en zal vanwege de afstand ook op kamers moeten. Dat gun ik hem natuurlijk, maar dat betekent dat ik alleen achterblijf. Iets waar ik heel erg tegenop zie.

 

Ik heb weinig echte vriendinnen, want ik had toch nooit tijd om iets leuks te doen. Mijn familie woont niet in de buurt dus ook daar kan ik niet op terugvallen. Een nieuwe man zou ik best wel leuk vinden, maar ik heb geen idee hoe ik dat aan moet pakken.

 

Als ik zo terugkijk op mijn leven ben ik bang dat ik een kans gemist heb. De kans op een nieuwe liefde waar ik ook een gezin mee had kunnen hebben. Dan waren Robin en ik niet zo op elkaar aangewezen. Dat was misschien wel een gezondere situatie voor mijn zoon geweest. Want nu weet hij niet beter of mijn wereld draait om hem. 

 

Vanwege de coronamaatregelen zijn we heel veel samen thuis. Af en toe komt er wel een vriendje van Robin langs en hij werkt een paar avonden in de week als vakkenvuller in de supermarkt. Maar eerlijk gezegd begint het me inmiddels behoorlijk te benauwen dat we altijd maar met zijn tweeën zijn en dat ik geen partner of zelfs maar een echte vriend of vriendin heb om iets leuks mee te doen, om mee te lachen en die er onvoorwaardelijk voor mij is. 

 

De drempel om wat aan deze situatie te doen lijkt ook wel steeds groter geworden. Het is natuurlijk wel vertrouwd zo, met Robin – het liefst zou ik hier nooit afscheid van nemen, maar dat moment gaat natuurlijk komen. Het liefst verander ik voor die tijd al wat aan deze situatie, maar waar te beginnen? Het erge is dat ik niet eens per se een man mis. Geen levenspartner. Maar de liefde van vriendschappen, dáár verlang ik zo naar.

 

En voor mij lijkt het wel alsof dat nog moeilijker te vinden is dan een liefdespartner. Want ja, daar zijn natuurlijk verschillende sites en apps voor. Maar waar kan je heen, in deze tijden, als je een echte, diepgaande vriendschap wil?’