Hoezo eng beest?

 

Nu doen ze het niet meer, want ze zijn er veel te groot voor. Er was een tijd dat Erik (de meneer die de beweging in onze plaatjes maakt) en zijn broer regelmatig bij ons kwamen logeren. Elke keer probeerde ik iets spannends te verzinnen. Waarschijnlijk omdat ik dacht dat ze dat leuk vonden. Kan ook zijn dat ik het vooral zelf leuk vond. Ik had een keer een complete octopus gekocht. We zaten in de tuin en ik zei, ik ga vast even een hapje maken voor zometeen. Ik haalde het beest uit de koelkast, hield hem in een hand, met hangende pootjes over m’n arm, klopte op het raam om de schrikreactie te zien. Mislukt. De heren (toen een jaar of acht en tien) deden net alsof het volkomen normaal was om zo’n beest te eten. Hèhè.

 

Hoppa! Zo in de pan. In z’n geheel

 

Toevallig wist ik al wel hoe je hem op z’n lekkerst klaarmaakt. Had ik al vaker gedaan. Eerst even wassen. Daarna doe je hem gewoon zo in een pan met dikke bodem. In z’n geheel. Niks erbij, ook geen vloeistof, alleen wat zout. Er komt vanzelf vocht uit en dat verdampt ook weer. Op laag vuur, deksel dicht en een uurtje later is-ie klaar. Heel mooi zacht en lichtroze. Af en toe kijken of-ie niet droogkookt. Geen paniek, het ruikt misschien een beetje raar, maar het is echt heel lekker. Zo mals heb je ’m nog nooit gegeten. Probeer maar. Daarna meteen aan stukjes snijden en in een lekkere vinaigrette serveren. Lauwwarm. Die vinaigrette maak je bijvoorbeeld van een lekkere olijfolie, beetje lekkere azijn, fijngesneden bladpeterselie en/of gedroogde oregano (voor het Griekenland-gevoel) met zout en peper.

 

Smakelijk!

 

 Door Franska

Fotografie portret: Esmee Franken, Visagie Linda van Ieperen, Haarstylist Mandy Huijs.