Hij kon het dak op

 

‘Waar was je?’ Ik kan me zo voorstellen dat zijn moeder dat nu ook weer heeft gevraagd. Maar dat hij dit keer dus wél de waarheid vertelde.

 

 

 

‘Op school!’ Dat was vroeger al zijn standaardantwoord op die vraag. Maar toen was het waarschijnlijk niet waar, en nu wel. Want hij zat toch op school?

 

Maar eerst even wat hieraan voorafging. Tenminste, wat ik denk dat hieraan voorafging. Ik was er niet bij, maar ik heb als schrijver veel fantasie en die kan ik soms lekker inzetten voor mijn stukkies.

 

Ik stel me dus voor dat hij samenwoonde met iemand die hij heel graag even wilde ontvluchten. Kan toch? En ik begrijp dat best in deze tijd waarin we constant op elkaars lip zitten. Soms wil je gewoon even weg, en langzaam maar zeker beginnen we ook doodmoe te worden van alle dreigingen, maatregelen, fakeberichten, onzinbeweringen, geweldsuitingen, vrijheidsbeperkingen, enzovoort, enzovoort.

 

En misschien was zijn partner dus ook wel moe. Je weet het niet. Had zij (of hij) gelezen dat een powernap daar heel goed tegen werkte, en gekozen voor de manier die werd aangeraden in de krant.

 

In dat artikel raadden ze hazenslaapjes aan, waarmee je dan weer nieuwe energie zou opdoen. Maar dat slaapje mag niet te lang duren, want dan werkt het weer niet! Dus het advies is om dan te gaan liggen met je sleutelbos in je hand. En op het moment dat je dan in slaap sukkelt, ontspannen je spieren en vallen die sleutels op de grond. Gevolg: lawaai, schrik… jij wakker, iedereen wakker.

 

Tenminste, als je partner ook probeert uit te rusten. Je zit tenslotte de hele dag samen thuis, als je niet bij de politie of brandweer zit. Of als je niet in de zorg werkt, of niet aan het demonstreren bent. Maar ik geloof wel dat deze meneer niet van demonstreren hield. Dat hij zich realiseerde dat zoiets extra besmettingen zou kunnen opleveren, die dan weer maken dat de maatregelen langer moeten duren, wat dan weer nieuwe demonstraties uitlokt, die dan weer meer besmettingen opleveren, enzovoort. Nee, ik denk echt dat deze meneer zich heel goed realiseerde dat dat soort dingen dan om extra belastinggeld vraagt, en ook weer om meer mankracht van politie en zorg. En dat hij zich dus beter even gedeisd kon houden en tot rust moest zien te komen op een plekje waar bijna niemand nu meer komt, en niemand dus ook last van hem zou hebben. Want: ‘Je kan het dak op’, was het antwoord geweest, toen hij zijn partner vroeg of die vallende sleutels misschien achterwege konden blijven. En toen was hij dus maar begonnen met een paar borrels om toch nog wat tot rust te kunnen komen.

 

Nou ja… en dan ken je het wel. Helpt niet, nog een glas. Helpt ook niet, nog maar een scheutje. Stukje wandelen, moe worden, en dan even liggen. En voor je het weet ben je dan in een heel rare situatie terechtgekomen. Hoor je wel vaag dat er naar je geroepen wordt, maar doet dat je denken aan je moeder. Die stond ook altijd zo te zeuren als je even de hort op was geweest.

 

‘Waar was je?’ Zijn moeder vroeg dat waarschijnlijk op zo’n toontje dat hem mateloos irriteerde.

 

‘Op school’, loog hij dan altijd.

 

Maar dit keer was het dus waar! Hij was eindelijk een keer echt óp school. Hij lag er bovenop om zijn roes uit te slapen, en moest met een hoogwerker door brandweermannen van het dak worden gehaald. Hij reageerde namelijk totaal niet op de agenten die hem naar beneden probeerden te praten, en…

 

En…

 

Nou ja… laten wij als lezer dan maar proberen iets te leren van het feit dat hij op school zat. Of lag, eigenlijk. Proost!

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke