Het koek­trommel­tje

 

Tineke wacht een week lang om een koekje uit de koektrommel te mogen pakken. Maar dan komt ze erachter dat….

 

 

Ik zie het staan en kijk ernaar. Het koektrommeltje. Het zit bomvol met speculaasbrokken en ik heb honger. Ik heb het zondag gevuld omdat er bezoek zou komen, maar niemand heeft er iets uit gepakt. Dus toen ik het weer afsloot dacht ik nog: nu niet te lang laten staan, want dan wordt de koek oud.

 

Maar ik heb ook een afspraak met mezelf! Op doordeweekse dagen wordt er niet meer gesnoept en ook geen alcohol meer genuttigd. In het weekend mag ik los, maar maandag tot en met vrijdag eet en drink ik alleen nog gezonde producten en gezonde hoeveelheden.

 

Pfff… en het is pas maandag. Doorlopen dus!

 

Op dinsdag gebeurt hetzelfde. Ik ben namelijk de keukenkasten aan het uitruimen, want de keuken gaat eruit. Alles moet weg, omdat de vloer eruit moet. De kasten moeten dus leeg en de inhoud wordt ingepakt of naar de kringloopwinkel gebracht. Best veel werk nog. En ik verplaats alles voortdurend van de ene naar de andere ruimte, want ik ben nog wat zoekende in wat ik écht denk nodig te hebben en wat even niet.

 

Behalve dan het koektrommeltje. Dat blijft staan. Maar ik maak het ook op dinsdag nog steeds niet open.  

 

Woensdag ook niet, trouwens. Aan het eind van de middag ben ik bekaf, omdat ik zo’n 47x naar de zolder ben gehobbeld met spullen die ik denk te kunnen missen en die niet in mijn noodkeukentje passen. Ik mag van mezelf dus best even een kopje thee drinken en heb daarbij een ongelooflijke behoefte aan een brok(je) speculaas.

 

Maar ik doe het niet! Ik praat tegen mezelf – en inmiddels ook tegen het koektrommeltje – en op donderdag raak ik het trommeltje zelfs even aan. Maar ik ben sterk en laat het staan waar het staan moet. Al kan ik wel janken van de honger en heb ik behoefte aan zo’n beetje de hele inhoud die zich onder dat dekseltje bevindt.

 

Op vrijdag ga ik bijna de fout in! Maar ik weet me nog net op tijd te beheersen. Ik vertel mezelf een keer of achttien dat het nog maar één nachtje slapen is, en dat het dan weekend is. En ja… dan mag ik niet alleen een stukje speculaas, maar dan mag ik ook heel trots zijn op mezelf.

 

Ik zeg het zelfs hardop, omdat ik toch alleen thuis ben en daarmee mezelf beter denk te kunnen overtuigen.

 

En zaterdagochtend is het dan zo ver! Het is koffietijd en ik kijk daar al de hele ochtend naar uit. Ik heb nog wat keukenlades uitgeruimd en de oven schoongemaakt, want we hebben de keuken aan iemand geschonken die hem heel goed kan gebruiken. De keuken is eigenlijk ook nog prima, maar ik wilde mezelf de komende twintig jaar eens ergens laten wonen waar niet voortdurend wordt verbouwd, dus mocht ik van mezelf (en van mijn boekhoudschriftje) een nieuwe kopen. Ik ben echter wel blij dat de oude niet wordt weggegooid, maar een mooie nieuwe bestemming krijgt. Ik ben dus niet alleen dieet-technisch goed bezig, maar ook milieu-gerelateerd, vind ik! En omdat ik dus hartstikke trots mag zijn, sta ik mezelf eindelijk toe een beloning te accepteren in de vorm van zo’n lekker stuk speculaas!

 

Maar als ik het trommeltje pak, voelt dat verdacht licht aan…
Ik schud, ik kijk naar mijn man, en trek vijandig mijn wenkbrauwen in de vraagteken-stand.

 

‘Oh, joh,’ zegt hij doodleuk, ‘die had ik maandag al op hoor!’

 

Tsss… Ik ben dus niet alleen de hele week bezig geweest met een nagenoeg lege keuken en een ernstig lege maag. Ik heb dus ook de hele week gestoeid met een leeg koektrommeltje.

 

Zielig, toch?

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke