Het is een zonderlinge vogel

 

Zo zonderling dat ze zomaar onder een brug kan eindigen.

 

 

 

 

Als het zo uitkomt past ze soms op mijn honden en dat doet ze goed, want allebei de hondjes zijn stapelgek op haar. Voor de rest kan het tobben zijn met deze vrouw. Op de meeste apps die ik stuur komt geen reactie vanwege geen beltegoed meer of opeens een ander nummer hebben en als er al een afspraak gemaakt is, is het altijd maar afwachten of ze zich eraan houdt. 

 

En toch is die hondenbusiness – als ik haar geloven mag, wat ik wel denk – haar middel van bestaan. Hoewel ze langzaam richting de veertig hobbelt, heeft ze naar haar zeggen nog nooit een dag in haar leven gewerkt maar ook nog nooit een uitkering gehad. Ooit, toen ze net twintig was, is ze een paar maanden getrouwd geweest maar dat was niks voor haar. Na een turboscheiding trok ze daarom weer in bij haar moeder en daar zat ze prima. Alleen als haar moeder ooit iets zou overkomen was het nog maar de vraag of de woningbouwvereniging het zou tolereren dat zij er zou blijven wonen. Ze vertelde het lachend, ooit, een paar jaar geleden.

 

Deze week sprak ik haar weer eens en het was haar aan te zien dat het niet goed met haar ging. Het was Tommy, zei ze. Tommy is haar Cocker Spaniel, haar enige echte vriend, haar metgezel en haar steun en toeverlaat. Maar Tommy is dus niet meer, snikte ze. Zeventien was hij geworden maar hij kon niet meer, hij was op. ‘Hoe lang al?’ vroeg ik. Het was een maand geleden dat de dierenarts Tommy had laten inslapen en ze mist hem vreselijk. ‘Tommy is veel erger dan mijn moeder.’ 

 

Wat zei ze nou? Haar moeder? ‘Overleden in september, maar dat was – en het klinkt vast heel hard – een opluchting.’ Moest ik doorvragen? Maar dat was niet nodig. Haar moeder was een alcoholiste en een verstokte rookster. Al haar vaten waren aangetast, ze had altijd pijn en ze was niet te harden en niet te vertrouwen. ‘Ze is echt beter af waar ze nu is.’ En toen vroeg ik het toch. Of zij nu in haar eentje in haar moeders appartement woont. ‘Ja heerlijk,’ antwoordde ze. 

 

Alleen die woningbouwvereniging zat haar op haar nek, maar ‘beating the system’ zorgde gelukkig voor de nodige afleiding dus ‘ik lust ze rauw’. Moest ik het zeggen? Dat ze dit gevecht hoogstwaarschijnlijk gaat verliezen omdat de wet voorschrijft dat kinderen een huurhuis uitgezet mogen worden als hun ouders niet meer leven. Ik zei het niet. Al zag ik haar wel in gedachten al onder een brug eindigen. Zonder haar hondje, zonder haar moeder, zonder iets. Ze zou niet de eerste zijn die dit overkomt maar wel de eerste die ik ken en dat maakt dat ik er steeds maar aan denken moet. 

 

 

 

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans