‘Heb je kinderen?’
Het is een van de eerste vragen die mensen stellen.
Kinderen krijgen is de normaalste zaak van de wereld. Tenminste, als je kinderen hebt.
Ikzelf vind het een onprettige vraag. Ik heb geen kinderen. En altijd als ik zeg: ‘Nee, ik heb geen kinderen’, voelt het alsof ik faal. Alsof ik de gebruiksaanwijzing van het leven niet helemaal heb gedownload. Kijk, als je echt totaal – absoluut niet, alsjeblieft niet – geen kinderen wilt, is dat misschien anders.
Maar ik wist het nooit
Op de middelbare school pasten veel van mijn vriendinnen op. Ik niet. Wat als ik zo’n baby van de trap zou laten stuiteren? Of dat ie zou gaan huilen en níet meer wilde stoppen? Brrr, ik werkte als scholier liever in de keuken bij een hotel. De hele dag lekker met eten bezig zijn en nieuwe dingen proeven. Kinderen, dat was iets voor later.
Dat later werd steeds later. Op mijn 35e had ik nog steeds zoiets van ‘hmmmm, ja, misschien als ik later groot ben’. Op mijn 39e vond ik mezelf groot. Toen kozen mijn toenmalige partner en ik voor kinderen. Ik was om, ik zag mezelf al lopen met zo’n klein hummeltje met blonde krulletjes, fantastisch! In de eerste weken zwangerschap had ik zo’n beetje al de kinderopvang geboekt. O, en de basisschool in het dorp, vond ik ook heel leuk. Top!
Soms heeft het leven andere plannen met je
En daar heb je je maar aan over te geven. Ik kreeg een miskraam en een paar weken later zette mijn partner een punt achter onze relatie. Páts, daar gaat je kinderwens. Want wat dat betreft ben ik van de oude stempel; ik wil graag samen met een partner een kind opvoeden. Bewust ervoor kiezen om alleen zwanger te worden en als alleenstaande moeder een kind op te voeden, dat lijkt me werkelijk helemaal niks.
Nu zijn we inmiddels ruim anderhalf jaar verder. Ik ben geen 39, maar 41. De kans dat ik een kind op de wereld ga zetten? Die wordt echt met de minuut kleiner. En wederom: ik weet niet of ik het erg vind. Mijn intense kinderwens is na de heftige relatiebreuk, waar veel boosheid was van mijn kant, nogal afgenomen. Het onderwerp kinderen speelt niet in mijn leven, simpelweg omdat ik alleen ben.
En toch, als die vraag komt…
Krijg ik een beetje buikpijn. Mijn kinderloze bestaan is geen bewuste keuze. Ik heb er geloof ik wel vrede mee, tot ik dus geconfronteerd word met de vraag. Ik heb dan altijd het gevoel dat ik iets uit te leggen heb. Dat ik me moet verontschuldigen. En die uitleg is nogal een sfeerkiller en ook niet iets wat je aan iedereen vertelt.
Gek genoeg is iets op (digitaal) papier zetten toch anders. Jullie zien mijn gezicht niet. Zien niet de gekwetste blik in mijn ogen en horen niet mijn ongemakkelijke gehakkel. Ik stel de kindervraag zelf dus eigenlijk nooit. Als mensen kinderen hebben komt dat vanzelf ter sprake. Het kán namelijk heel gevoelig liggen…