Hangend aan de bar van een hotel van de wereld vóel ik me een vrouw van de wereld 

 

Is dit wat ik denk dat dit is? Dat dit echtpaar samen met deze jonge vrouw naar een van de peperdure hotelkamers verkast? 

 

Hangend aan de bar van een hotel van de wereld vóel ik me een vrouw van de wereld en dat voelt goed, dus geef mij maar de hotelbar. Ook in mijn eigen stad – juist in mijn eigen stad! Deze dag, een doordeweekse donderdag waarop we vonden dat een avondje buiten de deur eten ons toekwam, zijn we neergestreken in de bar van een hotel in het centrum – voor een afzakkertje. Een chique boel al met al waar we, zuinig aan met ons drankje vanwege de al even chique prijzen, zoveel te kijken hebben dat het van een gesprek even niet komt.

 

Schuin voor ons zitten, heel dicht tegen elkaar aan op een grote leren bank, een man en twee vrouwen. Rechts de man, links de iets oudere vrouw en in het midden de beeldschone fris en fruitige. Het kost me zoveel moeite om mijn ogen van dit drietal af te houden dat ik het schaaltje met gerookte amandelen soldaat heb gemaakt nog voordat mijn man er zelfs maar één heeft kunnen proeven.

 

‘Gaat het?’ vraagt hij.

 

Ik zeg dat ik er niet achter ben hoe het zit met die drie op de bank en dat ik er nog even op moet studeren. 

 

‘Is het nodig om daarbij zo te staren?’

 

Het is de vrouw op links, de wat oudere, ook opgevallen – dat ik zo zit te staren. Dus kijk ik weg – even. Want heb ik het nou goed gezien dat de deugd in het midden, de vrouw met de schoongewassen, onberispelijke bos blonde manen en de prachtig roze, volle lippen, zacht glanzend van de gloss, een heel erge doorkijktop aan heeft? En dat de man een arm losjes om de deugd heeft heengeslagen en dat de vrouw een hand op een van de perfect gevormde ellenlange benen van de deugd heeft gelegd?

 

Ik kijk mijn man aan – vragend. Zeg me dan hoe dit zit! Is dit wat ik denk dat dit is? Dat dit echtpaar straks gezellig met de deugd in hun midden naar een van de peperdure hotelkamers hierboven verkast? 

 

‘Ja hèhè!’ 

 

Om mezelf te behoeden voor nóg meer gênant gestaar, ga ik wat verzitten. Meer schuin zodat het staren niet meer zo vanzelf kan gaan. Als ik even later half terugdraai zijn de drie op de bank weg. En als we nog even later opstaan om naar huis te gaan, voel ik me toch een stuk minder vrouw van de wereld dan toen we binnenkwamen. 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans