Geertrude wil een huis kopen op Curaçao

 

Maar de eerdere teleurstellingen nadat ze een bod had gedaan zitten zó diep dat ze er niet echt van kan genieten.

 

‘Ik vind het wel wat’, zei echtgenoot.
 
‘Ja, het is niet slecht’, zei ik voorzichtig.
 
Ik durfde niet echt positief te zijn over het huis dat we net bekeken hadden. Er waren al zoveel missers geweest en de teleurstelling van de laatste keer was nog heel vers. Echtgenoot zette de voor- en nadelen op een rijtje. Mooie plek, stevig huis in redelijke staat, veel grond, juiste prijs. Er moest veel aan gebeuren, maar niets dat we niet konden regelen. Ik knikte maar wat en duwde mijn enthousiasme over de enorme keuken die in verbinding stond met de porch nog wat dieper weg. Dan viel het niet zo tegen als het weer misging.
 
Maar het ging niet mis. We brachten een bod uit en dat werd geaccepteerd. Het koopcontract werd binnen een week door alle partijen getekend.
 
Toch bleef het knagen en daarom vertelde ik er niemand iets over. Echtgenoot wel, dus de familie en vrienden wisten het, maar er werden geen stukjes over geschreven en geen foto’s van geplaatst. Want ik was er zeker van dat het toch niet door zou gaan.
 
De bank deed lastig, maar we losten het op. Het huis brandde niet af en stortte niet in. Echtgenoot kreeg geen hartaanval en de euro zakte niet zover dat ons geld verdampte (ik heb een levendige, maar soms erg fatalistisch ingestelde fantasie). We moesten een paar weken wachten op de belastingdienst, maar ook dat kwam goed.
 
Op een vrijdagochtend zaten we bij de notaris en zetten we onze handtekeningen onder de koopakte. We reden naar het huis en maakten de deur open met onze eigen sleutel. Toch kon ik er nog niet direct heel enthousiast over zijn, zo diep zat die angst voor weer een teleurstelling.

 

 

Zaterdag veegde ik stof van jaren uit de grote kamer en bedacht ineens: ‘Straks staat hier mijn boekenkast.’ Zondag zeulde ik met emmers water om die fantastische keuken onder het vuil vandaan te halen en besefte ik dat ik binnenkort hier ons eten zou klaarmaken, met uitzicht op zee. Langzaam begon het tot me door te dringen.
 
Nu boen ik zingend vleermuizenpoep van de muren en hak ik fluitend struiken die te dicht op de fundering staan weg, terwijl echtgenoot de gestolen bedrading en de waterleidingen opnieuw aanlegt.
 
Het duurt nog even voor we er kunnen wonen, maar dat geeft niet. We hebben een huis en ik ben er blij mee!

 

 

Door: Geertrude Verweij

Geertrude schrijft feelgoodromans. Daarnaast is ze redacteur, tekstschrijver, boekhouder, moeder, echtgenote, in het bezit van veel te veel hobby's en bezig haar lege nest in Nederland te verruilen voor een droomhuis op Curaçao. Over dat laatste (maar af en toe ook over de rest) schrijft ze wekelijks voor Franska.

Afbeelding van Geertrude Verweij