‘Mam, papa hoort je niet meer’

 

Franska.nl-lezeres Mirjam van ‘ t Veen is deze week onze gastcolumnist!

 

Schuifelend komt ze de kamer binnen. Haar nette jurk met opzichtige pioenrozen geven bijna licht in de donkere koele kamer. Haar wangen zijn rood van de opwinding. ‘Kijk eens schat wat ik voor je geplukt heb? Kijk een wat mooi, ik zet ze hier voor je neer zodat je ernaar kunt kijken.’ Ze zet de vaas met een enkele boterbloem en een verdwaalde margriet naast hem neer.

 

‘Schat wat ben je stil? Slaap je of is er wat?’ Haar gerimpelde kleine hand grijpt zijn vingers die stil en krom gebogen stil op zijn been liggen. Een been, gehuld in een nette broek met een mooie scherpe vouw. ‘Schat?’ vraagt ze, ‘schat, toe zeg eens wat. Hoe vind je de bloemen?’, terwijl ze liefdevol over zijn hand aait. ‘Wat heb je koude handen. Zal ik handschoenen voor je halen? Weet je wel die nette, die je altijd aantrekt als je naar de kerk gaat.’

 

‘Mam,’ hoort ze achter zich, ‘pap hoort je niet meer. Hij is dood.’

Dood? Ze laat het woord over haar lippen heen rollen. Dood? Wat was dat ook al weer. Ze weet het niet meer maar wat ze wel weet is dat ze vanochtend nog samen ontbeten hebben. Zo’n lekker warm broodje met echte roomboter en een zacht gekookt eitje. Dat vindt hij zo lekker.

 

Haar ogen verscholen achter een grote bril kijken naar het punt van waar ze zijn ogen hoopt te ontmoeten. ‘Nee hoor’, mompelt ze ondertussen, ‘nee, hij is niet dood. Dat kan niet.’ Via zijn nette jas met bijpassende stropdas gaat ze langzaam naar zijn gezicht. Een gezicht dat haar zo dierbaar is en waar ze elke ochtend als eerste naar kijkt als ze wakker wordt. Dan lag hij al vaak naar haar te kijken. Te kijken met zijn mooie blauwe ogen waarin je niet zag hoe oud hij was.

 

Haar handen volgen langzaam haar ogen. Haar vingers beroeren liefdevol zijn gladde wangen. Zou het dan echt zo zijn dat hij dood is. Maar haar hersenen lijken wel soep, de radertjes zijn stug en lopen lang niet meer allemaal. Ze snapt niet wat er wordt bedoeld met dood.

 

Dan buigt ze haar hoofd en kust ze liefdevol zijn lippen.

 

‘Brrr’, zegt ze, ‘wat voel je koud aan en wat zijn je wangen stijf. Weet je, ik ga ook je warme muts zoeken. Je weet wel de muts die ik voor je gebreid heb van die mooie wol. Die je zo knap staat en dan pak ik meteen je handschoenen.’ Stijf draait ze zich om terwijl ze zegt ‘Ik kom gauw terug liefje en dan zorg ik dat je het weer warm krijgt.’

 

 

Ook een keer gastcolumnist zijn op franska.nl? Mail je column (van maximaal 400 woorden) naar content@franska.nl. Als je column niet geplaatst wordt, ontvang je daar geen bericht over.