We gaan naar zee!

 

Op een lekker lange vakantie wil je wel verrassend voor de dag komen. Dat ze je niet kunnen uittekenen in die ene jurk. De enige tijd van het jaar dat je man je dag-in dag-uit ziet, wil jij wel je best doen. Dus. Inpakken geblazen. Toch?

 
Ik in elk geval wel. Tevergeefs. Helaas. Ik zal het maar toegeven. Ik lijk als twee druppels water op m’n moeder. Als iets nou eenmaal een keer lekker zit en er zijn nog wat mensen die tegen me zeggen: ‘Staat je leuk’, dan is alvast een groot probleem opgelost. De wat-moet-ik-vandaag-weer-aan vraag, bedoel ik.

 
Als ik ergens niet graag over nadenk, dan is het dat wel. Zou je niet zeggen voor iemand die ooit als modeontwerpster is afgestudeerd. Hoewel, de meeste ontwerpers kun je ook uittekenen in hun vaste klederdracht. Jean Paul Gaultier in z’n Bretonse trui en Karl Lagerfeld in z’n serieuze zwarte pak met hoog wit boord en zonnebril, bijvoorbeeld.

 
Over m’n moeder had ik het. Daar lijk ik dus op qua aankleedgedrag. Dat zij de hele vakantie én de vakantie ervoor én die erna in dezelfde jurk had gelopen, ontdekten we op een dia-avondje. (Die had je vroeger nog. Gezellig. Met Riedel en Nibb-it.)

 
Waar we ook maar waren geweest, ze stond op de foto in die ene jurk. Die vanaf die avond definitief omgedoopt was tot ‘DE JURK.’ Ik vond hem mooi, maar hij mocht daarna nooit meer mee.

 
En zo heb ik zelf intussen ook een paar van die kledingstukken. DE broek. HET vest. DE sweater. Viel me laatst ineens op, op onze vakantiefoto’s. Kleedgedrag is dus erfelijk. Ik heb aan een kledingstuk genoeg voor drie weken. En toch zal ik ook dit jaar weer veel te veel kleren meenemen. Gewoon omdat ik nu nog niet kan voorspellen wat dit jaar DE bloes wordt.

 
PS. Van DE jurk van m’n moeder heb ik na de bewuste dia-avond twee leuke minirokjes gemaakt. Eentje voor mezelf en eentje voor m’n vriendin.

 

Door Franska

Fotografie portret: Esmée Franken. Visagie: Charlotte van Gulik, Haar: Isabella Greuter