Er moeten heel veel boeken weg

 

Erg veel kookboeken ook. Maar ja, welke? Nog best een dingetje. Want er zit namelijk iets in m’n genen.

 

 

 

 

Onderweg van werk naar huis, een dik uur rijden, belde ik vaak uitgebreid met m’n moeder: ‘Ik zit even uit te puffen, heb keihard gewerkt vandaag.’ Als ik vroeg wat ze dan gedaan had, antwoordde ze nogal eens: ‘Ben de zolder aan het opruimen.’ Hoe vaak ik dat niet gehoord heb. Toen wij later al haar spullen moesten opruimen vroegen we ons af wat er dan allemaal opgeruimd was. Misschien heeft ze vooral in oude brieven zitten lezen, zeiden we tegen elkaar. En alles uiteindelijk weer netjes opgevouwen en teruggelegd. Ach, er zal best wel wat weggegooid zijn, maar het konden nooit vuilnisbakken vol zijn geweest, schatten we in.

 

En dan hadden wij bij het opruimen nog het ‘geluk’ dat onze moeder nog leefde en inmiddels bij m’n zus woonde. De dingen die beneden stonden hadden we allemaal samen met haar geselecteerd. Dat was knap lastig. Afdeling zolder deden we later, die was naar een opslag verhuisd, zodat we er steeds een dag voor konden uittrekken. Als m’n moeder toen al overleden geweest zou zijn hadden we bij elk dingetje dat we beetpakten verdriet gevoeld. Nu was het iets makkelijker om een selectie te maken van wat er weg kon. Met in het achterhoofd altijd de gedachte: als ik dit meeneem, hoe vaak haal ik het dan nog tevoorschijn. Bij de conclusie ‘nooit’ kon het dan meestal wel weg.

 

Tja… en dan had mijn moeder nog twee kinderen die ruimden

 

Hoe moet dat met mijn ‘zooi’ als ik er straks niet meer ben? Ik heb geen kinderen, dus wie gaat dat allemaal uitzoeken en opruimen? Zouden ‘ze’ wel snappen hoeveel bepaalde dingen waard zijn? Of is het eigenlijk ‘alleen maar’ emotionele waarde? Wat een klus moet dat zijn. Ach een buitenstaander zal veel minder moeite hebben met weggooien. Dat maak ik mezelf dan maar wijs. Maar ja, dan verdwijnen dus alle herinneringen in een grote container. Hatsekidee, weg ermee.

 

Zonde toch? Of?

 

Hoeveel er bij mij thuis wel niet bij kwam na het opruimen van m’n moeders spullen. Er waren uiteindelijk toch best veel herinneringen die ik wilde bewaren.

 

Wat ik hiervan geleerd heb? Niets. Helemaal niets. Dat is nog het stomme van alles. Behalve natuurlijk als je bij de mensen hoort die in een volgend leven geloven. Want dan kun je, als je gereïncarneerd bent, het wijze besluit nemen niet meer als een idioot aan het verzamelen te slaan. Zou je als je terugkomt trouwens je genen meenemen? Dan kan ik het shaken. Dat wordt weer als een dolle verzamelen geblazen. Wedden dat ik dan een soort openluchtmuseum begin? En dan alles nodig blijk te hebben uit m’n vorige leven? Ik kan natuurlijk vast een opslag huren voor de komende driehonderd jaar. Hoe snel gaat reïncarneren eigenlijk?

 

Oké. Alle gekheid op een stokje, ik duik weer in m’n boekenberg. En ik wens jou een fijne opgeruimde week.

Liefs van Franska

Door: Franska

Afbeelding van Franska