Mijn voeten!

 

 

Of Eugenie nu in recordtijd alle schepen achter zich verbrandt en met haar gezin naar Mexico City emigreert waar ze huisvrouw met chauffeur wordt, of in Nederland voor een armlastige kinderhulporganisatie werkt en met haar geliefde el señor een boutique hotel runt: saai is het zelden!

 

 

‘Mijn voeten.’

‘Wat is er met je voeten?’

‘Mijn voeten’, herhaal ik weer. ‘Ik moet even zitten.’

‘Wat is er aan de hand?,’ vraagt el señor bezorgd.

‘Ik weet het niet,’ piep ik. ‘Het is heel raar. Als ik naar beneden kijk zijn mijn voeten zo dichtbij. Alsof mijn benen nog maar twintig centimeter lang zijn.’

El señor is wel wat gewend op het gebied van medische klachten in combinatie met mijn persoon, maar deze aandoening is ook voor hem nieuw.

‘Tja, wat moeten we doen dan, nu?’ vraagt hij, in de hoop dat ik als patiënt zelf met de oplossing kom.

‘Ik denk dat we een taxi moeten nemen. Zo kan ik niet meer verder lopen,’ stel ik enigszins dramatisch vast.

Het blijkt niet de beste optie.

 

‘Een taxi op straat aanhouden is te gevaarlijk en ik heb geen nummer van hoteltaxi’s bij me,’ helpt el señor mij uit de droom. ‘Probeer het maar gewoon,’ voegt hij er nog eens streng aan toe.

 

Hij helpt mij overeind en voorzichtig loop ik een stukje verder. Ik zweet, ben duizelig en heb het gevoel alsof mijn hoofd is veranderd in een reuzeballon. In het hotel stel ik met behulp van google een scherpe diagnose: paniekaanval en/of hyperventilatie. Van alle markten thuis als ik denk te zijn, verzin ik mijn eigen remedie: op bed liggen met een roddelblad en een blikje cola binnen handbereik. De relatieproblemen van Brad en Angelina moeten ervoor zorgen dat ik mijn eigen klachten snel vergeet.

 

Gisteren werd ik in het vliegtuig door een ander blad al op de hoogte gesteld van de scheurtjes in hun relatie. Toen we ons beloofde land naderden wist ik mij echter los te rukken van mijn lecturele activiteiten. Mexico City was in zicht! En tot mijn verbazing, die al snel omsloeg in ontsteltenis, blééf het in zicht. De stad is zo enorm groot dat een Boeing 747 een half uur nodig heeft om eroverheen te vliegen alvorens het vliegveld te bereiken.

 

Daar aangekomen werden we opgevangen door een broeiende menigte. In een lange stroom mensen liepen we naar de bagageband en later stonden we in een nog langere rij voor de douane. Veel mensen, stelde ik scherp vast. Veel mensen in uniform ook. Na de douane werden ons meteen de koffers uit handen genomen door een mij onbekend heerschap. In een flits dacht ik ‘daar gaan we dan, nu al beroofd,’ maar in Mexico blijkt het normaal dat anderen jouw koffer dragen.

 

Wereldwijs stapte ik in de taxi. Die in mijn beleving opeens veel harder ging dan de eerste keer dat ik in Mexico was. Ook kon ik mij niet herinneren dat die chauffeur links en rechts inhaalde, bumper kleefde, luid toeterde, ingewikkelde armgebaren maakte uit het open raam, zonder voorsorteren een afslag nam en geen gordels had achterin.

 

We eten ’s avonds buiten en mijn gevoel voor avontuur keert weer terug. Overal mensen, auto’s, drukte, vertier, overvolle restaurants en terrassen. Obers in wit overhemd en zwarte pantalon komen aangesneld om het ons naar de zin te maken. Na een paar biertjes voel ik mij de koning te rijk in mijn nieuwe woonplaats!

 

 

Eugenie van Stratum is communicatiemanager. Moeder en echtgenote. Ze leest en schrijft. Eet en drinkt (niet altijd in gepaste hoeveelheden). Doet aan pilates. Bezwijkt regelmatig voor ongecontroleerde actie.

Portretfoto: Natalie Leeuwenberg

witte-balk-met-bol-eugenie