En onze huisdieren dan?

 

We zijn (terecht) allemaal nogal bezig met hoe het nou moet ná het coronavirus. Hoe moeten we verder met onze sociale contacten?

 

Moeten we in de toekomst toch maar een beetje afstand blijven bewaren, of kunnen we straks weer lekker knuffelen? Wat is wijsheid? We weten namelijk niet of er misschien nóg een virus komt. Een gemuteerde variant van COVID-19, of een volledig nieuwe aanval op ons immuunsysteem.

 

En hoe moet het met de economie? Blijven we pompen om die draaiende te houden, of maken we straks toch maar weer pas op de plaats om opnieuw te kunnen sparen voor later? Want ja… wie zegt ons dat het niet weer een keer fout gaat? En wie garandeert ons dat we dan opnieuw genoeg in kas hebben om het samen te dragen? Allemaal zaken om eens goed over na te denken.

 

Maar waar ik niemand over hoor, zijn onze huisdieren. We proberen iedereen te begrijpen en te sparen tijdens het uitroeien van corona, en we respecteren ook nog de mensen die het maar blijven ontkennen. Die ondanks oproepen van artsen en verplegend personeel – plus de aangrijpende beelden van slachtoffers op de ic’s – tóch blijven beweren dat het helemaal niet bestaat. Die de maatregelen om het in te dammen maar achterlijk vinden, en die denken dat het allemaal ontworpen is om de vrouw van Bill Gates een leuke dag te bezorgen. We proberen netjes op afstand van ze te blijven, maar ze niet buiten te sluiten of te discrimineren.

 

Maar wie denkt er aan onze huisdieren? Wie maakt zich druk om hoe zíj dit ervaren?

 

Nou, dat deed iemand bij de redactie van Eva Jinek!

 

En toen ik het las, dacht ik: inderdaad! Ik zie mijn kat soms uiterst geïrriteerd reageren op het feit dat er hier in huis nu drie van zijn kamers bezet zijn als kantoorkamer. Wáár hij ook wil liggen, overal zit wel iemand met een rollende bureaustoel, een flikkerend beeldscherm, een tikkend toetsenbord en een alsmaar piepende telefoon. Ik heb er nooit bij nagedacht, maar ik kan me voorstellen dat zo’n beest daar knettergek van wordt.

 

En waar ik helemáál niet bij stilgestaan heb, is hoe dat straks gaat als we weer allemaal naar kantoor moeten. Is onze Joep dan net gewend aan het feit dat we 77x per dag de deur voor hem open- en dichtdoen? Dat we hem de hele dag aaien en aandacht geven? En dat hij straks misschien wel heel erg eenzaam wordt als wij weer naar de redactie, de stad en de universiteit mogen? Dat zou inderdaad kunnen gebeuren, natuurlijk.

 

Dus misschien moeten we alvast maar gaan oefenen met hem. Hem af en toe heel even alleen thuis laten zijn, zodat het straks niet ineens als een grote schok komt. Want als we dan niet meteen de deur voor meneer opendoen, dan zou het natuurlijk zomaar kunnen dat hij zelf actie gaat ondernemen. En dat hij dan misschien wel hetzelfde gaat doen als die kat uit Soest. Die Gooise kater die dacht door het kiepraam naar buiten te kunnen, en zichzelf daar behoorlijk mee in de nesten werkte.

 

Ik zie het hem doen hoor, die dikke van ons! Kiepstand, horren, sloten, roosters: hij kán het! Gelukkig waren er in Soest nog buren die wél thuis waren, en die de brandweer konden inschakelen, maar toch… het is wel iets om rekening mee te houden, en het er toch alvast maar over te gaan hebben met je huisdieren. Er komt straks een moment dat we misschien niet meer allemaal hele dagen thuiswerken!

 

Bereid je hond, parkiet, cavia of goudvis daar alvast geleidelijk op voor, a.u.b. Gewoon, om dit soort problemen te voorkomen!

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke