‘En anders gooien jullie me eruit?’ vroeg hun loeder van een puber

 

‘Inderdaad!’, riep mijn vriendin die vreesde voor haar huwelijk. 

 

 

 

 

We hebben nog een paar verdwaalde vrienden met studerende kinderen en ik kan je zeggen dat ik hen niet benijd. De pech wil namelijk dat de meeste studerende kinderen geen woonruimte kunnen vinden en als paps en mams dan toch in de stad – of daar vlakbij – wonen, wordt de kamer thuis maar in gebruik gehouden, de ijskast als altijd systematisch geplunderd en de wasmand consequent volgemieterd. Zo was het immers al die jaren aan een stuk al en zo zal het blijven ook. Want als er íets is wat in de praktijk praktisch ondoenlijk blijkt, dan is het wel het loswrikken en omgooien van vastgeroeste patronen.

 

 

 

 

Het is heus niet dat er geen massa’s afspraken worden gemaakt – als je hier wilt blijven wonen ga je vanaf deze week minstens één avond in de week koken – of evenzoveel halfbakken dreigementen worden geuit – en zo niet dan is dáár het gat van de deur. Eén vriendin had het zo gehad met die eeuwige balen vuile was dat ze een wasmand had gekocht om op haar zoons kamer te zetten met de mededeling dat hij voortaan zelf zijn wasjes mocht draaien. Na een week ging haar man op tilt omdat die geen enkele schone boxershort meer had liggen. Zoals te verwachten viel was hun loeder te belazerd om zijn handjes te laten wapperen en had hij zijn vaders la geplunderd toen die van hemzelf leeg was.

 

 

 

 

Alsof dit nog niet genoeg crisis was leende hij een paar dagen later zijn vaders auto om hem bij de eerste de beste hoek letterlijk total loss te rijden. Alleen al het verlies van de no-claim was om niet goed van te worden en dan hadden ze het over het gezeik met de verzekering en gezeur met het huren van een vervangende auto en omzetten van de parkeervergunning nog niet eens gehad. Het was genoeg geweest zo. Ze sommeerden hun zoon om met een regeling te komen om de hele schadepost terug te betalen en stelden daarna heel stoer dat hij nog tot de kerst kreeg om een kamer te zoeken.

 

 

 

 

‘En anders,’ vroeg hun loeder, ‘gooien jullie me eruit en ga ik lekker onder de brug pitten?’

 

 

 

 

‘Inderdaad,’ riep mijn vriendin, ‘en dan neem je je vriendinnetje gezellig mee om je gezelschap te houden onder die brug in plaats van haar bij ons uit te nodigen om een uur onder de douche te komen staan en vier badlakens te gebruiken!’

 

 

 

 

Dankzij de niet aflatende zoektocht van mijn vriendin en haar man naar woonruimte, kan dit loeder zijn koffers gaan pakken om te verkassen. Zijn ouders zijn bereid om hun verlies te nemen en hun principes te vergeten. Alles, zolang er maar rust in de tent komt. Want ze vrezen voor hun huwelijk – en hun getergde zelfbeheersing – als ze deze lethargie nog langer moeten aanzien.

 

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans