Emily sleept iedereen mee in haar faillissement

tranentrekker

 

Als Emily in geldnood komt lost ze haar problemen niet op, ze maakt ze alleen maar erger en sleept zo ook anderen mee in haar faillissement.

 

 

 

‘Op de deurmat liggen 5 witte enveloppen, ik hoef ze niet eens op te pakken om te weten wat erin zit. Nog meer aanmaningen van deurwaarders. Ik weet inmiddels niet eens meer hoe hoog de schuld is die we hebben. Op sommige dagen wil ik het liefste onder de dekens blijven liggen, ervoor wegrennen. Maar dat kan helaas niet, de deurwaarders weten ons toch wel te vinden.

 

Hoe anders zag ons leven er voor de coronacrisis uit. We hadden net onze banen opgezegd om onze droom, een eigen restaurant, waar te maken. In de binnenstad vonden we een geweldige locatie maar omdat het nogal verouderd was moesten we eerst flink verbouwen. Met een lening van de bank en wat geld dat we via crowdfunding bij elkaar konden krijgen zijn we van start gegaan. De eerste maanden na de opening liep het boven verwachting goed, alleen kwam toen corona en moesten we dicht. Maar omdat we pas begonnen waren liepen we veel steun van de overheid mis terwijl we wel onze kosten hadden en het personeel moesten doorbetalen. Nu, na twee jaar doorploeteren, staat het water ons aan de lippen.

 

Het restaurant is inmiddels gesloten want de schulden liepen zo hoog op dat het ons beter leek om er maar mee te stoppen. Om al een groot deel af te kunnen betalen leek het ons een goed idee om ons huis te verkopen. Maar ook daar zit een hoge hypotheek op en we hebben bij de verkoop niet genoeg overwaarde om ook dat bedrag af te betalen.

 

Om de waarde van ons mooie vrijstaande huis te vergroten besloten we om de tuin opnieuw aan te laten leggen door een aannemer. Nieuw planten, een buitenkeuken en andere bestrating van het terras en de oprit. Niet dat we het geld hadden om dat te doen, maar we vonden dat dit bedrag niet meer uitmaakte bij de grootte van de schuld die we toch al hadden. Dat we van ons probleem dan eigenlijk ook het probleem van de aannemer maken, daar dachten we eigenlijk niet bij na. We zijn aan het overleven en dit zagen we als een kans om meer geld voor ons huis terug te krijgen om zo onze schulden van het restaurant af te betalen.

 

De tuin werd prachtig en volgens de makelaar kunnen we nu veel meer voor ons huis vragen. Maar de rekeningen van de aannemer stapelden zich ook op en ik weet nu al dat we die nooit kunnen betalen. Gisteren stond de aannemer weer hier op de stoep om zijn geld op te eisen. Ik zag de woede in zijn ogen toen ik hem zei dat we het nog niet hadden. Of ik wel begreep dat hij zijn facturen ook binnen een bepaalde termijn moet betalen. Niet alleen voor de materialen en de nieuwe planten, maar ook zijn personeelskosten. Dat hij maar een kleine ondernemer is en hij door mijn wanbetaling in grote problemen komt. Ik zei maar dat ik hem begreep en dat ik naar een oplossing zocht, zo snel mogelijk.

 

Maar de enige manier die ik nu nog kan bedenken om deze situatie enigszins met hem op te lossen is om hem mijn sieraden te geven. Uit de erfenis van mijn moeder heb ik een duur horloge en een diamanten ring gekregen. Als ik daar de waarde van de ketting die ik van mijn man kreeg voor de geboorte van onze oudste zoon bij optel dan kom ik tot negenduizend euro. Nog lang niet genoeg, maar misschien voldoende om hem weer even tevreden te stellen. Hoe hij mijn sieraden te gelde maakt zodat hij zijn personeel en leveranciers netjes kan betalen moet hij maar zelf uitzoeken. Dat is mijn probleem niet, ik heb wel andere dingen om me zorgen over te maken.’