Echt maar tien minuten…

 

Het was zo’n prachtige winterdag. Een paar graden vorst en een strakblauwe hemel. Beneden in de woonkamer stond de kerstboom, een dag eerder versierd door mij met de hulp van Floortje, met kerstliedjes op de radio. Ze was een beetje snotterig en daarom had ik haar die ochtend niet naar het peuterschooltje gebracht. Maar evengoed moesten er huishoudelijke werkjes gedaan worden, en terwijl ik in de badkamer was aan het opvouwen was, speelde Floortje in haar kamertje met de deur wijdopen. Ik hoorde haar mompelen en zingen, en om de tien minuten liep ik even bij haar naar binnen. Ik vroeg of ze het niet koud had met het raam op een kiertje, maar ze knikte nee terwijl ze iets ingewikkelds deed met een Lego-poppetje. Ik heb haar nooit langer dan die tien minuten alleen gelaten, dat weet ik zeker.

 

Maar ik heb onderschat hoe verschrikkelijk snel kleine kinderen kunnen zijn. Toen ik weg ging uit haar kamertje zat ze rustig op de grond te spelen, toen ik opnieuw ging kijken stond ze in de vensterbank bij het raam dat ineens wijdopen was. Ik schreeuwde dat ze stil moest staan terwijl ik naar haar toe rende, maar ik denk dat ze schrok van mijn harde stem, want ze draaide zich naar me toe en verloor haar evenwicht.

 

 

Dat beeld vergeet je je hele leven niet meer

 

 

Ik heb haar uit het raam zien vallen, mijn Floortje met haar blonde krulletjes. Het ene moment stond ze nog op de vensterbank en het volgende moment was ze weg. Ik weet niet hoe ik beneden ben gekomen. Mijn buurvrouw vertelde later dat ik krijsend de voordeur uit kwam rennen, dat ze Floor op het grasveld zag liggen en toen meteen 112 heeft gebeld. Ze bewoog niet. Mijn kleine meisje lag als een pop in het gras met haar ogen dicht. Nergens bloed, goddank geen bloed. Ik durfde haar niet aan te raken, niet in mijn armen te nemen, ik heb over haar heen gebogen zitten kermen tot de ambulance kwam. Hoe vertel je je man dat jullie kind uit het raam is gevallen? Hoe durf je hem nog aan te kijken? Hij verweet me niets, pas veel later hebben we erover gepraat, nu waren we alleen maar kapot en verschrikkelijk bang. De dokter verscheen, Floortje was in coma, ze konden nog niet veel vertellen maar ze leefde in elk geval. We hebben om beurten bij haar geslapen, ons leven was veranderd in een nachtmerrie, er was maar één ding dat telde, één ding dat belangrijk was: Floortje moest blijven leven, we zouden niet verder kunnen zonder haar.

 

Vier dagen voor kerstmis deed ze haar ogen open, ik was toen net bij haar. ‘Mama’, zei ze met een glimlachje, voordat ze haar ogen weer dicht deed. Vanaf toen ging het iedere dag beter met haar. De dokters konden het nauwelijks geloven, maar Floortje heeft niets aan die val over gehouden. En probeer mij nu maar eens wijs te maken dat er geen beschermengelen bestaan..!

 

 

Door Sophie Lunet