‘Dit wil ik nooit meer meemaken’

 

Demi kreeg last van paniekaanvallen die haar leven jarenlang beheersten. Na verloop van tijd werd haar leven een hel maar dat lag niet aan haar angsten.

 

 

‘Het gebeurde voor het eerst toen ik een paar jaar geleden in een bomvolle supermarkt stond. Het was er erg druk en voor mij stonden mensen te dringen om iets uit een koelvitrine te pakken. Opeens bekroop mij een heel naar gevoel. Ik voelde mijn hart als een razende tekeergaan en de pijn op mijn borst benam me de adem. In paniek ben ik naar buiten gerend en ben daar op de grond gaan zitten. Daar heb ik mijn man gebeld en gevraagd of hij me wilde komen halen, want ik durfde ook geen auto meer te rijden. Gelukkig was er een medewerker van de supermarkt die in de gaten had dat er iets met me aan de hand was. Ze bleef bij me tot mijn man er was. Ondertussen stelde ze me gerust, maar ik voelde me verschrikkelijk.

 

We reden in een keer door naar de huisarts maar hij kon op het hartfilmpje niets bijzonders ontdekken. Hij stuurde me naar huis met de mededeling dat ik het maar even wat rustiger aan moest doen. Want vier dagen werken, de mantelzorg voor mijn demente moeder en drie opstandige pubers vroegen misschien te veel aandacht van me.

 

Hoewel de feestdagen gezellig waren bleef ik me maar onrustig voelen. Ik kon mijn vinger er maar niet opleggen wat ik mankeerde maar ik sliep heel slecht en had af en toe het idee dat ik achterna werd gezeten. Toen ik een week later met een vriendin aan het winkelen was gebeurde het weer. We liepen door een drukke winkelstraat toen ik plotseling mijn oren voelde suizen en weer die druk op mijn borst voelde. Ik wilde zo snel mogelijk weg en opnieuw belandde ik bij de huisarts voor een hartfilmpje. Opnieuw was er niets geks met mijn hart aan de hand. Maar toen hij mijn klachten over onrust en slapeloosheid hoorde constateerde hij een lichte angststoornis en schreef hij me een kalmeringsmiddel voor.

 

Maar in plaats van me beter te voelen werd het na verloop van tijd steeds slechter. Uiteindelijk heb ik me op mijn werk ziekgemeld en met mijn zus afgesproken dat ik voorlopig even niet de zorg voor onze moeder erbij kon hebben. Ik was zo verschrikkelijk moe en werd steeds banger. Daarom durfde ik nauwelijks meer de deur uit. Van het idee alleen al dat ik boodschappen moest doen brak het zweet me uit. Omdat ik bijna niet meer kon slapen kreeg ik ook slaappillen. Daar ging ik heel naar van dromen en soms werd ik gillend wakker.

 

Maandenlang liepen mijn man en kinderen op eieren. Ik liep als een zombie in de rondte en functioneerde in huis volledig op de automatische piloot. Ik maakte het huis schoon en deed de was, maar de deur uitgaan om boodschappen te doen was een brug te ver. Mijn wereldje werd steeds kleiner en kleiner. Naar de buitenwereld hield ik vol dat ik vreselijk last had van migraine, want ik schaamde me enorm voor mijn eigen gedrag.

 

Natuurlijk had ik heus wel door dat ik heel gek reageerde, maar ik kon niet anders, het voelde alsof ik continue bedreigd werd. Maar het ergste was nog dat ik mijn medicatie niet durfde af te bouwen. Want wat als ik me dan nog slechter zou voelen, zou ik mezelf dan wat aandoen? Omdat de pillen me korte momenten van rust gaven kon ik er niet mee stoppen, wat de huisarts me wel met klem adviseerde. Uiteindelijk wilde hij me niks meer voorschrijven maar toen heb ik ze illegaal via internet besteld. Ik was gewoon verslaafd.

 

Hoewel mijn man engelengeduld met me had stelde hij me op een gegeven moment voor de keuze: of ik zocht hulp om af te kicken, of hij zou bij me weggaan. Blijkbaar was dat het teken dat ik nodig had om hulp te zoeken omdat ik anders nog jaren in deze uitzichtloze situatie zou blijven zitten.

 

Met behulp van een psychiater lukte het me om de kalmeringsmedicatie met vallen en opstaan af te bouwen. Door eindeloos veel gesprekken met haar te voeren kreeg ik weer grip op mezelf en mijn leven. We kochten een hond waardoor ik dagelijks wel naar buiten moet om haar uit te laten. Betty geeft me weer vertrouwen in het leven, als ik haar zachte vacht aai word ik rustig. Ze slaapt naast me in haar mand waardoor ik me ook ‘s nachts weer veilig voel.

 

Hoewel ik nog een lange weg te gaan heb is het nog maar de vraag of ik ooit weer de oude word. Mijn man en ik zijn nog samen en daar ben ik hem nog iedere dag dankbaar voor. Ik wil nooit meer in de situatie komen dat ik geen grip meer op mijn leven heb. Want ik weet niet wat erger is, de angst of de verslaving aan de pillen om de angst te bestrijden…’