Dit spel is nog erger dan 30 Seconds

 

Voor een spelletjesavond ben ik altijd te porren. Ik vind mezelf behoorlijk tot zeer goed in 30 Seconds (is niet altijd iedereen het mee eens), maar kaartspelletjes kan ik ook de hele avond doen.

 

Of dobbelen, dat deed ik vroeger voornamelijk in de kroeg. Met spelletjes heb ik altijd een beetje een soort fases: dan weer de hele tijd 30 Seconds en dan weer de maanden erna kaarten.

 

Met drie vrienden was ik een weekje weg en meestal zijn wij dan de hele avond aan het toepen. En dan ondertussen natuurlijk borrelen, en hoe meer er wordt geborreld hoe slechter er wordt getoept. Maar één van mijn vrienden is van Iraanse komaf en zei op de tweede avond dat-ie wel een heel leuk Iraans kaartspel wist. Dat zou hij ons de volgende dag wel even leren.

 

Nou… Dat hebben we geweten. Mi gado, het was vanaf moment één intens. Je speelt in teams van twee, dus in ons geval twee teams, en het is een beetje een mix van slagen raden en klaverjassen. En omdat je in teams speelt kun je zó erg op elkaar vitten. Dat de één een slag verpest, bijvoorbeeld. Of dat iemand een slag pakt die niet nodig was geweest. Het gaat er — bij ons in ieder geval — pittig aan toe. Waar we bij het toepen ondertussen slap aan het praten waren en veel aan het borrelen, was het hier doodstil. Opperste concentratie.

 

Dit hebben we dus zonder grap vijf avonden achter elkaar gespeeld en we hebben denk ik nog nooit zo weinig met elkaar gepraat tijdens een weekje weg. Soms opperde iemand ‘moeten we niet misschien weer gaan toepen? Dat is wel gezelliger voor de sfeer’ en dan riepen de andere drie heel hard ‘NEE’ en gingen we weer door met het spelen van dit spel in stilte en het soms op elkaar schelden.

 

En op die vijfde avond ging het mis. Na de nodige drankjes waren de teams het niet met elkaar eens en werd het oprecht ruzie, waarbij mijn teamgenoot Arima en ik natuurlijk gewoon gelijk hadden, al zullen de losers dat nooit toegeven. Flauw. De volgende ochtend besloten we met z’n vieren unaniem dat we dus niet volwassen genoeg zijn voor dit kaartspel en zijn we voor de goede vrede maar weer gaan toepen.

 

Dus je bent gewaarschuwd: dit spel is echt erger dan 30 Seconds, Monopoly en Risk bij elkaar. Gegarandeerde frustratie maar tegelijkertijd zó verslavend leuk. Het heet Hokm en je vindt de regels hier in het Engels.

 

Het komt er op neer dat, als je het met z’n vieren speelt, je twee teams van twee hebt, met ieder 13 kaarten. Voorafgaand aan het delen krijgt iedereen om en om een open kaart, en wie als eerste de Aas krijgt mag delen en bepaalt de troef.

 

Degene die in het team zit met de deler zit tegenover hem/haar (dus je zit om en om), en dan heeft het team dat als eerste samen zeven slagen wint de ronde gewonnen. Je moet bekennen, en als je dat niet kan mag je de troef opgooien (of ‘m duiken met een andere kleur, dat zit ‘m in het samenwerken). Wie als eerste vijf rondes heeft gewonnen is de winnaar. En dat gaat dus niet zonder slag of stoot.

 

Alvast excuses voor de ruzies die gegarandeerd gaan komen, maar het is echt een leuk spel.

 

P.S.: Een shout-out naar de allerslechtste verliezers Bas en Julia is nog wel op z’n plaats.

 

Door: Wieke Veenboer

Wieke Veenboer woont in Amsterdam. Ze is een graag geziene gast in de Amsterdamse horeca en probeert af en toe zelf een keukenprinses te zijn. Ze houdt van reizen, verslindt boeken maar speelt ook Netflix uit.

Afbeelding van Wieke Veenboer