Zullen we gaan fietsen?

 

Tineke krijgt het altijd Spaans benauwd als haar lief weer die ene vraag stelt…

 

Hij kijkt me dan aan met van die blije oogjes en dan weet ik dat hij het echt héél graag wil. ‘Fietsen?’ vraagt hij hoopvol. En dan weet ik alweer hoe laat het is. Mijn lief en ik fietsen namelijk op twee totaal verschillende manieren. Voor hém betekent fietsen: gang maken! Kilometers vreten, calorieën verbranden en je haar mag in de wind (want dat heb je toch niet meer). Gáán met die banaan, en dat gewoon op oude barreltjes!

 

En nou heb ik niks tegen gang maken, zolang ik maar niet in zo’n zeemleren broek hoef (en zolang hij dan niet op straat kwat als ik net achter hem rijd en we wind tegen hebben). Maar ik wil dan wel een doel hebben! Het liefst iets met een terras en bitterballen, ofzo. Terwijl híj dus alleen maar met een noodgang in de rondte wil rijden. Hij hangt dus meestal zo’n 50 meter voor me (of méér als ik gemist heb dat hij afsloeg). En hij hoort het dan ook nooit, wanneer ik 2x met mijn fietsbel bel om hem te waarschuwen dat ik niet meer kan. En… nou ja, dan weet je het wel (x2).

 

Van de omgeving genieten zit er voor mij dus ook nooit in, want ik hang met mijn neus op het stuur om zo min mogelijk wind te vangen. Ik zie dus hooguit wat lege blikjes energiedrank op straat liggen, waarvan ik denk: dat spul moet ik volgende keer ook innemen. Maar de schoonheid der natuur op meer dan een halve meter hoogte ontgaat me volledig.

 

Ineens zag ik een vriend zitten op een leuk terras
 

En daarom wil ik ook altijd een meetingpoint afspreken, vóórdat we vertrekken. Zodat ik daar naartoe kan rijden na een demarrage, en ook om bij mezelf toch de ‘spirit’ er een beetje in te houden. Bovendien kunnen we op zo’n plek dan een beetje bijkletsen over wat hij gemist heeft op mijn route en ik op die van hem, en dan meteen afspreken hoe we ‘ongeveer’ terug gaan rijden.

 

Alleen ging dat dit weekend even mis.

 

Hij had me weer losgereden, ik voelde me eenzaam, had wind tegen en zag ineens een vriend zitten op een leuk terras. Een vriend waar je altijd ontzettend mee kunt lachen. Ook een soort gangmaker dus, maar dan anders. En ik dacht: bekijk het ook maar! Ik schuif aan, ik neem een wijntje en ik wacht wel tot mijn Dumoulin weer (zoekend) terug komt rijden.

 

Maar hij kwam niet terugrijden!

 

Hij was namelijk mijn vriendinnen tegengekomen op ons ‘meetingpointterras’. En hij zat daar maar te wachten tot ik ook een keer zou arriveren. Volgende keer dus toch maar weer even bellen! Maar dan met mijn telefoon. Scheelt een hoop gedoe bij thuiskomst ?

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke