Deze mamma laat niet met zich sollen

 

Scènes zijn in de supermarkt aan de orde van de dag. Maar deze moeder pakt het toch net ietsje anders aan.

 

Bij de kaasafdeling van de supermarkt worstelt een moeder met haar kind. Ik vermoed dat het kind een jongetje is, maar door zijn helm kan ik dat niet met zekerheid zeggen, dus kijk ik nog een keer wat beter. Inderdaad een jongetje en die helm hoort bij zijn fietsje zie ik nu ook, en met dat fietsje beukt ie tegen de vitrine met kaas. Hij wil iets hebben dat moeder niet wil geven. Ze spreken Spaans, dus letterlijk kan ik het niet volgen. Dat het om kaas gaat lijkt me stug bij een kind van die leeftijd, maar wat het ook is, hij is in ieder geval vastbesloten om het te krijgen en bereid om daar best ver voor te gaan.

 

‘Daar gaan we weer,’ denk ik. En ik niet alleen, want moeder en kind trekken nu al volle zalen, terwijl we feitelijk pas fase twee hebben bereikt, waarbij het dreinen soepeltjes overging in blèren. Mamma zegt herhaaldelijk ‘no’. Dat woord begrijpen we allemaal. Wat we ook begrijpen is dat het jongetje zich geen ‘no’ laat verkopen, want het blèren gaat over in de volgende fase: krijsen.

 

Nu zijn scènes in de supermarkt aan de orde van de dag. Maar in vrijwel alle scènes figureren pappende en nathoudende ouders die van grenzen stellen nog nooit hebben gehoord en alleen maar met slappe argumenten komen als ‘Dit vindt mamma niet meer leuk, hoor lieverdje!’, ‘Als je nu zoet bent, gaan we straks wat lekkers uitzoeken. Oké schatje?’ en ‘Wat hadden we ook alweer afgesproken? Nou?’.

 

Maar je hoeft geen Spaans te verstaan om te begrijpen dat deze moeder allesbehalve papt en nathoudt. Deze moeder houdt haar poot net zo stijf als haar kind en stilaan wordt het een schouwspel van jewelste daar bij die kaas, want fase vier is bereikt: krijsen + huilen + nog harder krijsen. Mamma krijgt er schoon genoeg van en grijpt haar mannetje bij zijn kleine armpje om hem tot bedaren te manen. Waarna ze haar mannetje aan zijn kleine armpje heen en weer begint te schudden in de hoop dat dat misschien helpt. ‘Au, au, au,’ snikt, gilt en krijst het kind.

 

 

Even houdt mamma op met schudden. Om er vervolgens achter te komen dat ook dit niet heeft geholpen. Dus zakt mamma door haar knieën, pakt beide armpjes van het kind vast, spreekt hem in zijn moederstaal heel erg duidelijk toe, vraagt dan iets (wij, de omstanders, vermoeden dat ze vraagt of hij zich nu ein-de-lijk gewonnen geeft) en sluit het kind tot slot in haar armen als hij snikkend en snotterend van ‘ja’ knikt.

 

‘Ziezo,’ zegt een meneer die naast me staat, ‘dat zal hij geen tweede keer flikken. Die weet nu voor eens en altijd wie de baas is. En zo hoort het ook.’

 

 

 

Door; Brigitte Bormans

 

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.