Anna Maria is 47, moeder van een dochter van veertien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandt haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen.

 

‘Op mijn zoektocht naar lingerie – sinds ik het echtscheidingsdieet volg is alles wat ik in de kast heb liggen te groot – strand ik bij De Bijenkorf. De ene beha na de andere houd ik omhoog. Zwart kant, rood kant, gladde cup, voorgevormd, beugel, push up. Een aardige mevrouw vraagt of ze me kan helpen – en dat kan ze. Meerdere beha’s moeten het worden, want ik ben behoorlijk afgevallen. Ze complimenteert me ermee, de aardige mevrouw, dat het diëten blijkbaar zo goed gelukt is. Want dat is niet makkelijk, weet ze uit eigen ervaring. Net als ik mijn verhaal wil doen, zie ik haar vanuit mijn ooghoek.

 

Verderop, op diezelfde lingerieafdeling, loopt mijn dochter en ik weet meteen dat ze niet alleen is.

 

Ze lacht een lach die me vertelt dat ze niet helemaal op haar gemak is. Zonder de reden te hebben gezien, weet ik toch wat de reden is. En dan zie ik haar ook en het zien van hun samen, mijn dochter en de nieuwe vriendin van haar vader, doet me zoveel pijn dat het zichtbaar is. De mevrouw van de lingerie vraagt bezorgd of het wel goed met me gaat. ‘Nee’, zeg ik. Ze volgt mijn blik, speurend naar dat wat mij zo van streek heeft gemaakt. Of ik een glaasje water wil, vraagt ze tot slot maar. Ik zeg dat ik haar lief vind, maar nee, water hoeft niet. ‘Niet nodig, dank u wel.’ Ik kijk nog een keer naar mijn dochter. Zie dat ze nu lacht en knikt. Dat ze knikt als in ‘ja, dat vind ik mooi’. Ik zie wat het is, dat ze mooi vindt en ik zou niet kunnen zeggen of dat voor haar bedoeld is of voor de vrouw die haar daar staat in te pakken.

 

Ik stamel nog iets naar de vriendelijke mevrouw die inmiddels haar hand op mijn bovenarm heeft gelegd en smeer ‘m dan. Als een dief in de nacht sluip ik de eerste passen achteruit zodat ik zeker weet dat ze me niet hebben gespot en zeker weet dat ik mijn pijn voor mezelf kan houden. Ze mogen niet zien hoe de paniek me bij mijn keel heeft gegrepen en hoe ik stilletjes sta te huilen midden in De Bijenkorf. Ze mogen het niet.

 

En ze mogen nooit te weten komen dat de angst om mijn dochter kwijt te raken die middag, op de lingerieafdeling van De Bijenkorf, onder mijn huid kroop om zich daar stevig te nestelen en me nachtenlang uit mijn slaap te houden. Het is een angst die vele malen sterker is dan ikzelf en dierlijk van gedaante.’

 

Benieuwd naar hoe Anna Maria’s verhaal begon? Lees het hier.