Deel 2: De juf vertelt… ik stond op 30 januari op de Dam om te staken

 

Tot mijn grote opluchting lopen wij deze keer in het zonnetje naar de Dam. Wij arriveren rond 10.30 uur en het plein is halfvol. Het zal toch niet waar zijn dat er een lage opkomst is? Dat zou zo jammer zijn.

 

Nadat wij een kwartier in de rij hebben gestaan voor een bekertje koffie (‘de eigenaar had vergeten de krant te lezen,’ merkt de werknemer op die in zijn eentje de koffietent bemant), staat de Dam gelukkig helemaal vol met mensen.

 

Leerkrachten, ouders met kinderen en verkopers van ‘De Socialist – de krant voor strijd van onderaf’ lopen rond op het plein. We krijgen een pamflet uitgereikt van de krantenverkoper. Hierin lezen wij dat het kabinet beweert geen geld voor onderwijs te hebben, terwijl zij de olie-industrie met 7,6 miljard euro per jaar subsidiëren. Banken werden in een oogwenk gered en voor wapens als de Joint Strike Fighters hebben ze ook altijd miljarden. Dat van de olie-industrie was mij niet bekend. Dat zal ik eens opzoeken.

 

Een toerist kijkt ons verbaasd aan en vraagt wat er aan de hand is. In een poging om het lange verhaal wat korter te maken, zeggen wij maar dat leerkrachten niet voldoende betaald krijgen. De man kijkt ons begrijpend aan en bedankt ons hartelijk.

 

Er komt een gezellige steelband op het plein. Altijd sfeerverhogend. Marjolein Moorman, de wethouder van Onderwijs van Amsterdam, begint ons toe te spreken. Omdat wij achteraan op de Dam staan, is er niet veel van te verstaan. Jammer, dat er geen geluidsboxen hangen. Joost merkt op dat de vakbond kennelijk over minder geld beschikt, want het podium is kleiner dan de vorige keer, en de beeldschermen naast het podium zijn deze keer ook achterwege gelaten.

 

Natuurlijk is Dolf Jansen ook weer van de partij. Hij kan inmiddels wel worden aangemerkt als de bevlogen bekende Nederlander die zich hard maakt voor het onderwijs. Hij zal ongetwijfeld weer grappig en ad rem zijn, maar ook hier krijgen wij niet veel van mee.

 

De tocht gaat beginnen. Langzaam schuifelen we in een lange processie door de stad. Het lijkt een beetje op een stille tocht. Er worden geen teksten gescandeerd. Mijn ijkpunten in de stad zijn de winkels en musea, want dat zijn meestal de redenen waarom ik naar Amsterdam ga. Onderweg denk ik met enige weemoed terug aan de jaren dat ik in Amsterdam werkte. Tussen de middag soms naar Kwekkeboom voor een heerlijk broodje, in de pauze even snel het Waterlooplein afstruinen om wat leuks te kopen of onderweg van de Herengracht naar het Centraal-Station uit de tram springen om de Bijenkorf in te schieten.

 

Maar nee, ondanks het feit dat ik bij de bank leuke jaren heb gehad, ben ik nog steeds heel blij met mijn keuze om de overstap naar het onderwijs te maken. ’s Morgens de kinderen verwelkomen en er weer alles aan doen om er een fijne dag van te maken met de kinderen, blijft zoveel voldoening geven.

 

We kuieren langs het Amsterdam Museum, het Spui, de Munt, het leegstaande pand van de ooit zo mooie Maison de Bonneterie en het Allard Pierson Museum (wie was dat ook alweer? Even opzoeken op internet), en weer terug naar de Dam. Daar aangekomen blijken de meeste mensen zich verspreid te hebben over de stad of alweer richting het station te zijn gelopen. Wij hangen nog even rond op de Dam waar onderwijscabaret Pleinvrees de nog aanwezigen wat probeert te vermaken, en besluiten nogmaals naar het koffietentje te gaan om in het zonnetje nog even bij te kletsen.

 

Rond 12.30 uur loop ik samen met mijn collega’s terug naar het station. Het geeft mij een goed gevoel dat ik weer mijn steentje heb bijgedragen aan de roep om structurele verbeteringen in het onderwijs. In mijn overtuiging kan je best vragen om betere arbeidsvoorwaarden en toch je hart op de goede plaats hebben voor het onderwijs.

 

Geschreven door: Paula Meinema, leerkracht o.b.s. Bos en Vaart sinds 2002