‘De kwestie met zijn jongens die wat eenkennig en nogal ‘protective’ over hun moeder zijn blijft me op mijn maag liggen en mijn gedachten zijn een maalstroom geworden van ‘what ifs’.

 

 

Ik had onze eerste vakantie met z’n allen stiekem al opgetuigd in mijn hoofd. Mijn lief en ik en onze kinderen gezellig samen rond het zwembad van onze gehuurde Italiaanse villa. Want het is april en wie nu zijn zomervakantie nog niet gepland heeft, mist straks geheid een afslag. Nadat hij vertelde over zijn verstandhouding met zijn kinderen is er nog wel geappt maar verder niet zo veel. Een week zijn we nu verder. Een hele week zonder elkaar te zien, terwijl we tot die avond in de toeristentent elke gelegenheid aangrepen. Met één been ben ik alvast buiten gaan staan. Dan komt de klap niet zo hard aan als hij komt – waar ik bang voor ben.

 

’s Avonds ijsbeer ik van mijn straatraam via het gangetje naar mijn keukenbalkon en weer terug met in mijn hand mijn mobiel. Ik leg mijn andere hand op mijn borstbeen om te proberen de oude onrust die weer is opgelaaid tot bedaren te brengen. Adem in, adem uit, adem in, adem uit. Ophouden met tobben. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Als het zo moet zijn, komt het vanzelf goed – nog zo’n dooddoener. Go with the flow. Ik zeg tegen mezelf dat ik dit niet meer wil. Niet meer wachten op een telefoontje. Nooit meer wachten op de sleutel in de voordeur in het holst van de nacht, de stappen op het marmer in de gang beneden. Ik realiseer me welk vergelijk ik nu loop te maken en dat dit toch wel erg overdreven is. Of toch niet? Het is het principe.

 

‘Waar gaat het nou om?’ Ik zeg het hardop tegen mezelf, want woorden die echt uitgesproken worden verlichten je gemoed en woorden die je binnenhoudt blijven malen. ‘Dus waar gaat het nou om?’ Dat mijn dochter hem wel wilde zien, wat hij ook wel wilde, maar dat het er niet inzit dat ik zijn kinderen op korte termijn te zien krijg omdat de situatie daar niet naar is. En daarna werd het stiller tussen ons dan het ooit was. Is dat raar? Opmerkelijk op z’n minst inderdaad. Ligt het aan mij, die radiostilte? Aan hem? Aan ons? Zit hij nu ook thuis te wachten? Te malen? Mist hij mij net zo erg als ik hem? Gaat zijn mij-leuk-vinden net zo diep als mijn hem-leuk-vinden? Maar er was toch wat? We hadden toch wat? Het klopt toch? Thuiskomen, mezelf mogen zijn, niets achterhouden, geen ongemakkelijke stiltes, geen schijn die opgehouden hoeft te worden.

 

Waar gaat het nou om? Verrek ook maar. En ik toets zijn nummer in.’

 

Anna Maria is 49, moeder van een dochter van zestien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.