De verbouwing

 

Edith is al jaren samen met Daan. Hun leven ziet er voor de buitenwereld sprookjesachtig uit, maar voor Edith voelt het heel anders… 

 

‘Voor de zoveelste keer haal ik de stofzuiger door de woonkamer. Het brommende geluid hoor ik niet eens, want in mijn hoofd zie ik mijn twintigjarige huwelijk als in een film aan me voorbijtrekken.

 

Het begon allemaal zo mooi. Ik leerde Daan kennen toen ik samen met een vriendin op Interrail was. Het was liefde op het eerste gezicht. We studeerden allebei nog en hadden grootse plannen met ons leven. We vonden allebei een goede baan en kochten we snel ons eerste huis dat Daan samen met een paar vrienden verbouwde tot een paleis.

 

Hij had altijd energie voor tien en ik verbaasde me erover dat hij naast zijn drukke baan nog energie had om ook iedere avond te klussen. Maar we waren jong en ik dacht er verder niet zoveel over na. We kregen drie kinderen en maakten allebei carrière. Omdat we steeds meer verdienden verhuisden we nog twee keer naar een groter huis.

 

Daan had altijd fantastische plannen hoe hij het nieuwe huis wilde verbouwen. Het moest allemaal nog mooier dan het vorige huis. Daarom werkte hij ‘s avonds en in het weekend dan ook ogenschijnlijk moeiteloos door aan een project in huis.

 

Dat hij soms periodes stilletjes en teruggetrokken werd had ik in eerste instantie niet zo in de gaten. Natuurlijk, met drie jonge kinderen, een drukke baan en een verbouwing is het niet gek dat je af en toe hartstikke moe bent en geen puf meer hebt. Maar die periodes van lusteloosheid en gebrek aan energie werden steeds langer. Hij had dan helemaal geen zin meer in het klussen, wilde niet meer met zijn vrienden afspreken en werd kribbig naar de kinderen als ze te veel lawaai maakten.

 

Daan sliep dan ook slecht waardoor hij niet meer geconcentreerd zijn werk kon doen. Gelukkig kwam de energie na een paar maanden wel weer terug en stortte hij zich vol overgave op de volgende grote klus in huis, een buitenkeuken. Avonden was hij ermee bezig, want het moest perfect zijn. Tot hij op een dag zijn bed niet meer uit wilde. Hij kon niet meer, zei hij.

 

Natuurlijk heb ik meteen de huisarts gebeld, maar in de weken daarna werd hij steeds depressiever. Hij toonde totaal geen belangstelling meer voor wat dan ook. Lag dagen in het donker op zijn bed te wachten tot de uren voorbij tikten. Ik schrok ook heel erg toen hij zei dat het zo donker was in zijn hoofd.

 

Daans depressieve periodes duurden steeds langer. Vorig jaar is hij zelfs een tijdje opgenomen geweest, om tot rust te komen. Natuurlijk misten de kinderen en ik hem enorm. Maar ook voor ons was het goed om even van zijn depressieve gevoelens verlost te zijn. De kinderen en ik bloeiden helemaal op en dat zette mij aan het denken.

 

Daan en ik leven al jaren als broer en zus. Ik mis de intimiteit tussen ons en moet het nu doen met een vluchtige knuffel, als zijn hoofd er tenminste naar staat. Voor de kinderen vind ik het heel erg dat ze zich altijd maar weer aan het humeur van hun vader moeten aanpassen. Een vader die eigenlijk nooit iets met ze onderneemt, nooit naar het voetballen komt kijken of zich überhaupt met hun opvoeding bemoeit.

 

Binnenkort word ik vijftig, maar een groot feest geven kan ik niet, want voor mijn gevoel valt er helemaal niets te vieren. Van het fijne leven van Daan en mij van vroeger is niets meer over. Ik mis die energieke man en de lol die we samen hadden. Steeds vaker denk ik erover na om bij hem weg te gaan. Een afschuwelijke gedachte, want wat doe ik onze kinderen aan? Maar ik vind mezelf te jong om de rest van mijn leven alleen maar de verzorger van Daan te zijn…’ 

 

 

Edith’s naam is vanwege privacy gefingeerd.
Haar echte naam is bekend bij de redactie.