De kunst van het loslaten

 

Bij de geboorte van onze jongste zoon kreeg ik van een vriendin iets handigs: een stevige plastic spiraal met aan elk eind twee klittenbandjes.

 

Het ene klittenbandje om mijn pols, het andere om het polsje van het kind. Als een soort verlengde navelstreng. Lekker je kind dichtbij je houden en niemand kon het bij je weghalen zonder dat jij dat zou merken. Een uitkomst op de markt of andere plaatsen waar het druk was.Iedereen weet hoe lastig het is om te telefoneren terwijl er een peuter die net kan lopen om je heen scharrelt met het plan om alle boeken uit de boekenkast te verscheuren. Als ik moest bellen, legde ik hem daarom schaamteloos aan de ketting. Voelde ik me schuldig? Welnee. Mijn moeder deed hetzelfde met mijn broertje, maar dan met een touw en een tentharing. Als een soort geit werd hij op het grasveld neergezet.

 

 

Wonderlijk dat ze dat met mij nooit deed, want ik hield erg van weglopen. De begrensde tuin uit, om te kijken wat er in de rest van de wereld gaande was. Ik denk dat ik een eventueel touw met mijn tanden had doorgeknaagd, als ze het had gewaagd om mij vast te binden.

 

Bij mijn oudste kinderen waren zulke maatregelen niet nodig, maar de jongste was een pittig en zeer ondernemend type. Op een dag kreeg hij door hoe hij het bandje los moest maken. En zo kwam ik ook een beetje dichterbij de kunst van het loslaten. Dat kind heeft het recht om autonoom te zijn, maar als het dan gebruikmaakt van dat recht, schrik je je vaak dood als ouder en hol je er achteraan om het te beschermen tegen al het kwaad op deze aarde. Misschien komt het door dat bandje in zijn vroege jeugd dat hij later net zo ondernemend werd als ik.

 

Zoon aan de ketting

 

Zo dacht ik dat het kind netjes met de Greyhound door Amerika reed, kreeg ik ineens een mailtje uit Guatemala, waar hij op een paard door de jungle aan het crossen was. Ze vonden Amerika zo saai, schreef hij. Dus reisden ze naar Guatemala, toch wel een schurkenstaat. Waar hij, zo hoorde ik later (hij was goddank alweer thuis), met nogal dubieuze rijke rakkers in een luxe appartement verzeild was geraakt. Het is allemaal goedgekomen, hij liet zich nooit gek maken.

 

Wat ik wel gerechtigheid vind, is dat hij nu een dochtertje heeft dat zo mogelijk nog ondernemender is dan hij. Ik heb hem laatst het bandje gegeven. Het is kapot, maar het is vast na te maken. Maar nog even over dat loslaten: het houdt nooit op hè? Als mijn kinderen hier wegrijden, denk ik altijd: als ze maar geen ongeluk krijgen. ‘Bel even als jullie thuis zijn’, riep mijn moeder ons na als wij van Aerdenhout terugreden naar Groningen. ‘App even als jullie thuis zijn’, roep ik onze kinderen na. Kwetsbaar tot in de kist ben ik, als het om mijn kinderen gaat.

 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel