‘De jaloezie naar mijn tweeling­zus verpest onze band’

 

Jessie (48) heeft een tweelingzus, Nikki. Op de basisschool waren ze onafscheidelijk, maar op de middelbare school ontstonden al de eerste scheurtjes. Inmiddels is de relatie tussen de zussen behoorlijk bekoeld, en Jessie weet precies waarom: ze is jaloers.

 

‘Nikki en ik zijn een eeneiige tweeling. Toen we nog klein waren, hield niemand ons uit elkaar. Dat vonden onze ouders ook wel leuk en ze zorgden daar ook expres voor. Dezelfde kapsels, dezelfde kleding (maar dan net een ander kleurtje), en normaal gesproken zaten tweelingen nooit bij de klas op de basisschool, maar onze ouders zorgden ervoor dat wij een uitzondering waren. De Siamese tweeling werden veel genoemd, maar dat boeide ons niet. Nikki en ik waren behalve zusjes ook beste vriendinnen. We hadden dezelfde vriendinnen. De één sloot de ander nooit buiten. Achteraf gezien was ik toen op m’n gelukkigst.

 

Want op de middelbare school veranderde alles. Ik ging naar de havo/vwo-brugklas en Nikki naar het gymnasium. Voor het eerst dat we werden gescheiden. Ik had het daar moeilijker mee dan Nikki, maar dat was ook logisch: zij was altijd de meest avontuurlijke van ons geweest, degene met de grootste bek en de meeste lef. Ik liftte vaak mee op haar positieve energie: met Nikki naast me durfde ik ook veel meer. Toen ik in m’n eentje die brugklas binnenliep, voelde ik me zó eenzaam.

 

Huilend kwam ik die eerste dag thuis. Een groot contrast met Nikki haar dag: zij vond het super op haar nieuwe school. We zaten op dezelfde school dus we zagen elkaar veel in de pauze, maar ook dat veranderde al na een half jaar. Nikki had al snel een hecht vriendinnengroepje om zich heen verzameld. Hartstikke populair was zij. Ik was dat niet; ik zat vaak met een tweetal meiden verborgen op het schoolplein. Maar dat was niet het enige contrast, ook in onze schoolprestaties verschilden we heel erg. Ik had moeite met voldoendes halen op mijn havo, zij haalde met twee vingers in haar neus haar gymnasiumdiploma.

 

Wat ik in die tijd verschrikkelijk vond, was dat iedereen wist dat we tweeling waren. Dat zorgde voor veel aandacht, ook naar mij toe. ‘Huh, is dat écht jouw zus?’ kreeg ik vaak te horen. We leken totáál niet op elkaar, kreeg ik dan te horen. Wat ze eigenlijk bedoelden was: zij is zo populair en jij bent onbelangrijk. Toen ik na een jaar te blijven zitten mijn havodiploma op zak had, was er niks meer over van mijn zelfvertrouwen.

 

Ik ging maatschappelijk werker studeren, Nikki ging econometrie studeren. Ik was er inmiddels aan gewend dat zij altijd in de spotlights stond. Op verjaardagen en familiebijeenkomsten werd er door mijn ouders gepronkt met haar. Zij had inmiddels de bijzondere studie. Zij was gaan backpacken door Azië. Zij had de succesvolle vriend die later huisarts zou worden. En ik? Oh, ik had ‘maar’ een HBO-studie en werkte bij de kinderbescherming. Een vriend had ik niet en mijn appartement was ook maar dertig vierkante meter, in tegenstelling tot dat van Nikki. Die had zelfs een dakterras en een balkon, waar ik alleen maar van kon dromen.

 

Toen ik 30 werd heb ik Nikki niet uitgenodigd, waar zij heel verdrietig om was. Ze snapte niet waarom ik zoveel afstand van haar nam. Ik heb haar toen gezegd dat ik haar niet meer in mijn buurt wilde hebben, wat haar hart brak. Ik heb haar toen bijna tien jaar niet gesproken, tot groot verdriet van mijn ouders.

 

Het overlijden van mijn ouders (een zwaar auto-ongeluk waarbij ze beiden om het leven zijn gekomen) heeft ons weer in contact gebracht. Maar het oude zeer zit er nog steeds. Het lukt me niet aardig tegen haar te doen. Ik weet dat het pure jaloezie is en dat dit volledig aan mij ligt, maar ik kán me er niet overheen zetten. 

 

Wat ik nog het allerergste vind is dat ik het snap. Ik snap waarom zij altijd de populaire was, degene waar iedereen mee gezien wilde worden. Degene waarover vroeger al werd gezegd dat die het ver ging schoppen. Nikki ís namelijk een heel lief, intelligent en grappig persoon. Ze is een harde werker en ik heb ergens bewondering voor haar. Maar die bewondering kan ik niet omzetten in iets positiefs. Ik ben zó jaloers. Zij heeft het leven dat ik wil. Het leven dat ik ook voor mezelf had gehoopt. En ook het leven dat ik nooit zal hebben en wat te confronterend is om onder ogen te zien.’

 

Door: Jessie