De gehaktballen van mijn moeder
Ken je dat, een smaak of geur die je weer helemaal terugbrengt naar vroeger?
Van de week schreef May al over hoe hard het gaat met haar kinderen. Voor je het weet zijn ze groot. Heel herkenbaar. De mijne hebben al een rijbewijs. Kun je nagaan hoe ik me soms voel.
Voor het gemak vergeet ik dan dat ik zelf inmiddels ook aardig opgeschoven ben. Dit jaar vijftig geworden, al doe ik net of het niet zo is. Maar soms kan ik weer zo verlangen naar lekker klein zijn. Geen verantwoordelijkheden, geen grote-mensendingen om je druk over te maken. Gewoon weer even zeven zijn of zo.
Dat gebeurt me weleens als ik een bepaalde geur ruik die me meteen weer terugbrengt naar 1974. Hoe ik achterop de fiets bij mijn moeder zat. Zij met volle boodschappentassen aan beide kanten van het stuur. En ik die mijn armen stevig om haar middel hield, achterop die harde bagagedrager. Maar ik zat wel lekker uit de wind.
Of als ik de gehaktballen van mijn moeder eet. Voor ik het weet ben ik dan weer zeven. Ik proef dan weer de zelfgemaakte appelmoes en de yoghurt met bessensap toe. Van bessen die ik zelf samen met m’n moeder plukte bij een boer buiten het dorp. Of haar andijvie met jus. Die ik zo verschrikkelijk miste toen ik op kamers zat. Het is mij nog nooit gelukt om het net zo lekker klaar te maken.
Nog even en die kindertjes van mij gaan op kamers. Buiten de gevouwen was en een schone badkamer zullen ze vast nog wel iets van thuis gaan missen. Ik denk dat ik al weet wat het is.
Gisteren heb ik voor het eerst in jaren weer eens pannenkoeken gebakken. Opeens zeiden mijn kinderen dat mijn pannenkoeken voor hen hetzelfde betekenen als de gehaktballen van mijn moeder voor mij. Ik stond grijnzend in de vette walm boven de koekenpan. Een mooier compliment konden ze me niet maken.