De fatbikes staan bovenaan mijn irritatielijstje
Mijn dochters probeer ik in te masseren dat een helm op de fiets heus niet zo’n gek idee is.
Tot juli dit jaar heb ik om de week de lokale kinderen geholpen om veilig naar de overkant te brengen. Letterlijk. Samen met twee andere ouders hulde ik me in passend oranje en maande ik auto’s en fietsers tot gepaste stilstand. Een jaar of zeven deed ik het in totaal en zelfs in die, toch relatief korte tijd, zag ik een grote verandering. Niet bij de auto’s, maar het fietspad veranderde van een gemoedelijk weggetje in een Formule 1-circuit.
De fatbikes staan bovenaan mijn irritatielijstje. Want wat heeft dat in vredesnaam nog met een fiets te maken? Ik zag er vooral kinderen op zitten die voor de vorm hun voeten meebewogen en dan rustig met 50 kilometer per uur over het fietspad scheurden. De brommers en scooters die keurig met helm op de autoweg reden, haalden ze lachend in.
Ik wil niet alleen met een belerend vingertje naar de fatbike wijzen. Veel bezitters van elektrische fietsen gaan voor de bijl en voeren hun stalen ros een beetje op. Ik begrijp de verleiding. De Hollandse dijken kunnen lang zijn en de wind stevig, dat weet ik als in Zeeland opgegroeid mens maar al te goed.
Maar ik ken ook het verhaal van mijn buurtgenoot A. die drie jaar heeft moeten revalideren na een botsing met een gehaaste Uber-Eats-chauffeur.
Mijn dochters probeer ik in te masseren dat een helm op de fiets heus niet zo’n gek idee is. Als zij dan zeggen dat je haar daar slecht van gaat zitten, wil ik het liefst alle foto’s laten zien van verkeersslachtoffers door opgevoerde fietsen. Ik kan me dan nog net inhouden. Ze hebben namelijk een ‘normale’ fiets en doen gewoon hun best in het verkeer.
Maar dat de Kamer de minimumleeftijd naar 14 jaar wil opvoeren en de helmplicht overweegt, dat kan ik alleen maar aanmoedigen.